De mooiste boeken van 2020

Hoeveel boeken gaan er in anderhalve meter?

Dit voorjaar verscheen het alarmerende Pisa-rapport over de dalende leesvaardigheid onder jongeren. Een van de schokkendste uitkomsten van het rapport voor mij was dat de helft van de zestienjarigen lezen als tijdverspilling ziet. Ergens ook wel weer grappig: ik dacht altijd dat ik in de ogen van jongeren intelligent bezig was, maar nee, ze vinden me een knoeier en een nietsnut, met m’n gelees. De groeiende ontlezing is alarmerend: er groeit een generatie op waarvoor een brief van de Belastingdienst onbegrijpelijk wordt. Nu zou ik willen dat ik niet al mijn brieven van de Belastingdienst begreep, maar dat terzijde.
Boeken halen de wereld dichterbij. Door veel te lezen worden mensen empathischer, verbreden ze hun horizon en verdiepen ze het inzicht in de ziel. Het omgekeerde is dan misschien ook wel waar: door minder of helemaal niet te lezen, daalt het inlevingsvermogen en krijgen we steeds minder begrip voor onze medemens. Terwijl we die vaardigheden juist zo hard nodig hebben. We hebben nu juist boeken nodig die troosten, die verre landen dichterbij brengen, kennis vergroten, inzicht geven in andere culturen.
Maar, hoor ik al die jongeren brommen, dat is allemaal leuk bedacht met die nabijheid, maar we moeten toch juist afstand houden?! Laat ik het dan praktisch benaderen: hoeveel boeken gaan er in anderhalve meter?
Het hangt er maar net vanaf hoe je rekent: zet je ze in de authentieke plankopstelling, dan heb je er snel een boek of zestig nodig om anderhalve meter te overbruggen. Leg je ze kop aan voet op de grond, dan kom je met zeven al een heel eind.
Wil je het echt goed aanpakken, dan plaats je vier boekenkasten van anderhalve meter breed in een carré: 2400 boeken. Bij deze laatste optie heb je ook een goeie stoel nodig en iemand die af en toe iets te eten onder de onderste plank door schuift.

Hieronder vindt u niet geheel toevallig precies zestig boekentips. Doe ermee wat u goeddunkt. Zet ze in om de wereld op afstand te houden of juist dichterbij te halen. Krijgt u van mij nog een bonusnoodtip: ga nooit van huis zonder boek, zeker niet nu u de kans loopt ergens in de rij te moeten staan. Stop zo’n boekje van Van Oorschot in uw zak, en u hoeft zich niet meer te vervelen in de rij, en beter nog: u hoeft geen praatje aan te knopen, en verspreid zo ook veel minder aerosolen. Stop ook twee elastiekjes in uw zak: mocht u uw mondkapje vergeten zijn, dan kunt u het boekje met behulp van de elastiekjes voor uw mond binden. Een praktischer tijdverdrijf is er niet.

Blijf lezen, blijf bij ons, blijf gezond.
Edith
 

Welke boeken vonden wij de mooiste van dit jaar?

Jan

De flard - Philippe Lançon

Met afstand mijn beste boek van dit jaar. Philippe Lançon overleefde de aanslag op Charlie Hebdo. Hij beschrijft de avond ervoor, de ochtend van de bewuste dag, de aanslag zelf… en de maanden daarna in het ziekenhuis. Pijnlijk precies en gedetailleerd. Dit is een heftig verhaal, zeker. Gelukkig dat journalist Lançon hiernaast veel plaats inruimt voor zijn beschouwingen over filosofie, kunst, politiek en religie. Hij is erudiet op een heel prettige manier. Rustig formuleert hij zijn standpunten en inzichten, en vaak dacht ik: verdraaid, zo kan je het ook zien, of: daar ben ik het mee eens, of: o, zit dat zó!
Zijn toon is mild en dat maakt het, ondanks alle ellende, tot een plezierige leeservaring. Echt een heel bijzonder boek.

Utopia Avenue - David Mitchell

Mijn eerste David Mitchell. Ik had begrepen dat zijn boeken (althans, een aantal) een nogal moeilijke plot hebben, met droomachtige vaagheden en overgeconstrueerde verbanden. Niets van dat in Utopia Avenue, een lichtvoetig verhaal over de opkomst en ondergang van een progressieve popgroep in Swinging London van 1967. Met lekker veel vaart geschreven, gelardeerd met veel bekende popmuziek, popmuzikanten en popmuziekclichés (die gammele eerste tourbus met pech!). Dit boek brengt je terug naar de tijd waarin fantastische muziek werd gemaakt en ja, stiekem heb ik altijd gewild dat ik die tijd had meegemaakt. Fijn dat David Mitchell je een aantal uren in de waan laat dat je erbij was.

Een klein land met verre uithoeken - Floor Milikowski

Dat de Randstad welvarender is dan de buitengewesten wisten we al wel. Floor Milikowski zet nog eens op een rijtje hoe dat zo gekomen is. Hoe in de naoorlogse jaren wel degelijk een gelijke ontwikkeling van alle landsdelen speerpunt van overheidsbeleid was, maar dat sinds de jaren negentig, toen het neo-liberalisme opkwam, juist de kansríjke regio’s werden bevoordeeld, ten koste van de kansarme regio’s. Wat dit betekent voor plaatsen als Emmen en Heerlen (leegloop, financiële tekorten, culturele armoede) plaatst ze tegenover de gevolgen van de oververhitte rijkdom van de Randstad.
Milikowski reist door het hele land en praat met veel mensen. Een geschikte reisgids voor Nederland!

Knecht, alleen - Gerbrand Bakker

Gerbrand Bakker neemt ons mee in zijn zeer diepgravende zelfonderzoek naar de oorzaken van de meest depressieve periode in zijn leven – de afgelopen paar jaar. Het is niet mals wat hij de lezer allemaal voorschotelt, nee, dit is gewoon een loodzwaar boek, waarin de hoofdpersoon dag in dag uit voortmoddert en volstrekt eenzaam is. Goudeerlijk en goed geschreven.

Architectuur in Nederland 2019/2020 – Kirsten Hannema, Teun van den Ende en Arna Mačkić

Al sinds 1988 verschijnt het Architectuurjaarboek, het jaarlijkse overzicht van beste nieuwe gebouwen in Nederland, een rots in de branding waarvan de publicatie dit jaar niet eens zeker was. Gelukkig nu alsnog verschenen, met op het omslag een mooie foto van het Forum, de nieuwe rots in de branding van de Groningse binnenstad.

Anja

De herinnerde soldaat – Anjet Daanje

Met zijn bijzondere stijl en 536 pagina’s is dit geen boek dat je even tussendoor leest. Je moet er even de tijd voor nemen, maar het zal je nog lang bijblijven.Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt vlak achter de Belgische frontlinie een soldaat gevonden. Hij is niet gewond, maar weet niet wie hij is. Hij wordt naar een gesticht gebracht. Vier jaar na de oorlog komt een vrouw naar het gesticht die zegt zijn vrouw te zijn. Het bijzondere aan dit boek is de stijl: we zitten in het hoofd van de soldaat, Amand, en bijna elke zin begint met ‘en’. Hij heeft geen enkele herinnering aan vroeger. Als de vrouw die zegt dat ze zijn vrouw is en met wie hij twee kinderen blijkt te hebben hem mee naar huis neemt moet hij vertrouwen op haar herinneringen. Maar hoe komt de wereld op je af als je geen herinneringen hebt? Als het geluid van een mitrailleur: en, en, en, en. En hoe langer Amand thuis is keren de herinneringen aan zijn tijd in de loopgraven steeds vaker terug in de vorm van vreselijke nachtmerries. Wie is Amand? Dit is voor mij met afstand het indrukwekkendste boek van het afgelopen jaar.

Ukkie – Lu Fraser & Kate Hindley

Soms kan ik spontaan verliefd worden op een prentenboek. Een tijdje geleden was dat Een huis voor Harry – ik ben nog steeds verliefd op Harry trouwens;-) – en nu is er Ukkie. Ukkie is de kleinste jak van de kudde en zij wil niets liever dan groot zijn en interessante dingen meemaken. Maar dat groot worden gaat veel te langzaam, hoe hard ze haar best ook doet. Ukkie is diepongelukkig. Tot de dag dat ze iets groots kan doen, juist omdat ze zo klein is.
Een hartverwarmend verhaal en de illustraties zijn prachtig. Lees Ukkie en word ook verliefd!

De groene bakplaat – Rukmini Iyer

Het principe is simpel: neem een aantal ingrediënten, gooi alles in een braadslee of op een bakplaat en laat de oven de rest doen.
Een van de reden dat ik graag bak is de heerlijke geur waarmee het huis zich langzaam vult. Hetzelfde geldt ook voor ovenschotels: zodra alles in de oven staat kun je zelf even lekker op de bank neerstrijken, wachten tot de geur van het eten zich langzaam door het huis verspreidt om daarna ontspannen te genieten van een lekkere maaltijd. De recepten van De groene bakplaat zijn vegan en vegetarisch en allemaal ontzettend lekker. Een aanrader!

Iris

De juwelendief – M.G. Leonard & Sam Sedgman (vanaf 9 jaar)

De schrijver van Keverjongen is terug met een nieuwe serie! Dit keer is het een soort Murder on the Orient Express-reeks getiteld Dader op het spoor en De juwelendief is het eerste deel. Alex heeft eigenlijk niks met treinen en heeft daarom niet zo’n zin om met zijn oom mee op reis te gaan met de Hooglanden-express. Maar al snel blijkt dat er naast een hoop kleurrijke gasten ook een boel geheimen meereizen. Alex ontdekt een verstekeling aan boord en komt erachter dat er een juwelendief actief is in de trein. De vraag is: wie zit er achter de geheimzinnige diefstallen? Voor iedereen die ook houdt van boeken van Winterhuis Hotel en van goede detectives!

Negentig – Corinne van der Velden

Dit boek is een ode aan de jaren negentig, een indrukwekkend decennium waarin de commercie en de digitalisering zich in een rap tempo ontwikkelden.
Dit boek is meer dan een melancholische terugblik: Corinne van der Velden combineert nostalgie met maatschappelijke thema’s zoals feminisme, diversiteit en racisme en geeft een interessant inkijkje in de wereld achter onder andere de (dance)muziek, jeugdliteratuur en rolmodellen.
Bovendien is het vormgegeven in de heerlijke neonsferen van toen. En nu heb ik zin in een Winner Taco!

Dishoom – Shamil Thakrar & Kavi Thakrar

Nu fysiek reizen nagenoeg onmogelijk is, wordt het belang van boeken alleen nog maar duidelijker. Zo waande ik me in het oude Bombay dankzij dit geweldige kook-/reisboek. Indrukwekkende verhalen, prachtige foto’s en gevarieerde recepten die laten zien wat de Indiase keuken allemaal in haar mars heeft. Echt geweldig!

Taart ende koeck – Maartje Borst

Ja, het is een veganistisch bakboek, en ja, het is ook voor niet-vegans die weleens willen omdenken in de keuken erg geschikt! Maartje Borst houdt de ingrediëntenlijst overzichtelijk en gebruikt alledaagse producten waarvoor je geen speciaalzaken hoeft aan te doen (hoewel dat natuurlijk ook erg leuk kan zijn). O, en ze schuwt de suiker niet. Ook weleens lekker!

Martijn

Slavernij in Oost en West - Het Amsterdam-onderzoek – Pepijn Brandon, Guno Jones, Nancy Jouwe & Matthias van Rossum

In 2019 gaf het Amsterdamse gemeentebestuur de opdracht voor een onderzoek naar de rol van het Amsterdamse bestuur in de slavernij. Een flinke opgave, maar het resultaat – deze bundel – is nu al een daverend succes te noemen. Het mooie is de zeer brede opzet, waardoor niet alleen de economische geschiedenis, maar ook naar de politieke, sociale, culturele en maatschappelijke effecten die de slavernij had op Amsterdam en Nederland aan bod komen. ‘Ontkenning van zowel de huidige verschijningsvormen als de historische wortels van racisme zorgde ervoor dat we in Nederland nauwelijks gekomen zijn tot een gemeenschappelijke taal en gedeelde noemers om deze discussie te voeren.’ Aldus de inleiding. Deze boeiende bundel maakt hier de weg voor vrij.

Wittgensteins minnares – David Markson

Wittgensteins minnares is een bijzondere en uiterst onconventionele roman. Kate is volgens eigen zeggen de laatste vrouw op aarde en typt af en toe een zin of alinea op haar typemachine. Ze probeert zichzelf scherp te houden met kunsthistorische weetjes en gebeurtenissen uit haar eigen verleden en voorziet daarmee de wereld om haar heen van betekenis. Ware het niet dat elke talige constructie nieuwe vragen opwerpt. In de lijn van Ludwig Wittgensteins taalfilosofie neemt Markson je op een hypnotiserende manier mee in een verhaal dat valt en staat bij de aanname dat taal een werkelijkheid creëert. Het is een meesterlijke roman over eenzaamheid en de wankele woorden die voortvloeien uit die eenzaamheid. Deze roman laat je niet snel meer los.

Mijn ontelbare identiteiten – Cinan Çankaya

Çankaya weet als geen ander hoe het is om telkens maar weer herinnerd te worden aan het feit dat je net geen ‘Nederlander’ bent. In dit boek staan identiteiten centraal; de manier waarop ze worden geconstrueerd en voortgezet door woorden en handelingen wordt realistisch beschreven. Daarnaast vertelt Çankaya ook zijn eigen verhaal. De problemen die hij in zijn carrière heeft aangekaart, zoals bijvoorbeeld discriminatie binnen de Nederlandse politieorganisatie, tonen het schrijnende racisme in Nederland. Door gedoseerd te refereren aan sociaalwetenschappelijke concepten blijft het vooral een persoonlijk verhaal. Het leest vlot en creëert een bijzonder samenspel van inlevingsvermogen en bewustzijn voor de lezer.

De rivier – Karl Marlantes

Karl Marlantes debuteerde met de succesvolle roman Matterhorn, gebaseerd op zijn eigen ervaringen tijdens de Vietnamoorlog. Nu, wederom gebaseerd op zijn eigen verleden, is er een indrukwekkende historische roman met een heel andere setting. Marlantes is zoon van een Noorse immigrant en was van jongs af aan gefascineerd door Finse mythes en Noorse sagen. De rivier draait om een gevlucht gezin uit Finland dat zijn weg vindt in de Verenigde Staten, in de bosrijke staat Oregon aan het begin van de twintigste eeuw. Het is een meesterlijk familie-epos dat vol zit met maatschappelijke thema’s, de ongekende schoonheid van ongerepte natuur en boeiende personages. De rivier leest werkelijk als een trein en maakt grote indruk.

Mieke

Allesverpletterende, faxen aan Ger deel 3 – Nicolien Mizee

In haar faxen aan Ger verwoordt Nicolien dagelijks hoe ingewikkeld mensen zijn. Ger is haar grote voorbeeld, een baken in onrustige tijden. Tot grote frustratie van vriendin Louise die haar gebelgd toebijt dat het niets uitmaakt wat Ger zegt of doet: ‘Jij vindt het toch altijd goed! Want als hij iets zegt waar jij het niet mee eens bent, dan is het op een of andere rare manier óók weer goed.’ En zo is het. We lopen rond, we maken ruzie, worden verliefd, maar het is gerommel in de marge. Zelfs onze heftigste gevoelens zijn bijzaak. Een troostrijke gedachte. Mizee is mijn baken in deze vreemde tijd.

Death in Her Hands (De dood in haar handen) – Ottessa Moshfegh

Tijdens een van haar dagelijkse wandelingen met de hond vindt een vrouw een handgeschreven briefje: ‘Haar naam was Magda. Niemand zal ooit weten wie haar heeft vermoord. Ik was het niet, hier is haar lichaam.’ Alleen is er geen lichaam. De vrouw is vastbesloten het mysterie te ontrafelen. We leren haar kennen door haar zoektocht naar het lichaam terwijl ze terugdenkt aan haar overleden man en haar leven met hem. Ze wordt steeds bozer als ze zich realiseert wat ze gedaan en gelaten heeft voor hem. Ze verliest grip op de realiteit, maar haar gedachten zijn helder. Tijdens het lezen wilde ik heel graag dat ze een keer in bad zou gaan en eens goed ging eten. Dit boek kreeg ik van mijn collega Edith cadeau. Zij zoekt boeken voor me uit waar ik zelf niet op zou komen en die toch zo goed bij me passen.

Summerwater – Sarah Moss

Twaalf mensen zitten op een kluitje op een afgelegen Schots vakantiepark. Het regent dagen achtereen en voor de bewoners is er weinig anders te doen dan elkaar in de gaten te houden. De een rent door de regen om alleen te kunnen zijn, een jong stel oefent in de beste seks, een ouder stel maakt ruzie en de kinderen proberen van alles om aan de aandacht van hun ouders te ontsnappen. Een spannend boek waarin Sarah Moss laat zien dat de mens vooral met zichzelf bezig is.

The Great Godden – Meg Rosoff (vanaf 13 jaar)

The Great Godden – Meg Rosoff (vanaf 13 jaar)
Als de Godden-broers hun entree maken in het zomerhuis van het warme, rommelige gezin van de verteller slaat de gemoedelijke vakantiestemming om in een broeierige spanning. De slang is in het paradijs gekomen. Hij verleidt en stoot af. Meg Rosoff bouwt de spanning langzaam op en laat je in verwarring achter. De sfeer in dit boek wordt opgeroepen met weinig woorden. Op de achtergrond klinkt steeds het geluid van de zee. Prachtig!

Stilte heeft een eigen stem – Ruta Sepetys (vanaf 13 jaar)

Madrid 1957. Tijdens het bewind van Franco in Spanje verdwijnen duizenden kinderen. Als de rijke Amerikaans-Spaanse Daniel het dagelijkse leven in Madrid wil fotograferen, komt hij er snel achter dat veel verborgen moet blijven. Ook zijn liefde voor het dienstmeisje Ana is streng verboden. De familie van Ana is zwaar getroffen door de dictatuur. Samen trekken ze eropuit en stuiten op een familiegeheim dat misschien maar beter geheim had kunnen blijven…
Sepetys vertelt in dit verhaal hoe angstig en aangrijpend deze periode is geweest en dat er nog steeds families in onzekerheid leven over het lot van hun kinderen en kleinkinderen. Mooi geschreven en met een verrassend einde.

Het Pungelhuis – Annet Huizing (vanaf 11 jaar)

Op een dag hoort Ole over zijn opa die hij nooit heeft gekend. Zijn vader wil niet over hem praten, maar wil wel in het huis van die overleden opa gaan wonen. Ole vindt het verschrikkelijk om te verhuizen naar het kleine dorp. Het huis van opa is leeg en oud. In de kelder liggen raadselachtige dingen en waarom kijkt iedereen in het dorp hem zo vreemd aan? Wat is er vroeger toch gebeurd? Ole gaat op onderzoek uit en krijgt hulp van zijn Poolse klasgenootje Anastazja. Zo wordt het langzamerhand ook steeds leuker in het oude huis en het kleine dorp. Een spannende geschiedenis over botersmokkelaars na de oorlog.

Nachtverhaal – Paul Biegel (vanaf 9 jaar)

Uitgeverij Gottmer is begonnen het werk van Paul Biegel opnieuw uit te geven, en Nachtverhaal zit bij de eerste lichting. Ik had het nog nooit eerder gelezen, maar wat een feest van een boek is dit!Er was eens een kabouter die op zolder in een poppenhuis woonde. Elke zaterdag komen Pad en Rat een potje kaarten. De kabouter maakt dagelijks zijn ronde door de villa om te kijken of de oude dame in het huis het gas heeft uitgedraaid en de deuren op slot heeft gedaan. Op een avond wordt er op de deur van het poppenhuis geklopt. Als de kabouter opendoet, staat er een fee met gescheurde vleugels die een nachtje wil blijven. Daar heeft de kabouter helemaal geen zin in. ‘Welkom mevrouw Fee,’ zegt hij, maar hij denkt: verdomme. Uit beleefdheid vraagt hij hoe haar vleugels gescheurd zijn. De fee vertelt de spannende geschiedenis, maar vlak voor het eind moet ze slapen en ze belooft morgen verder te vertellen. En zo gaat het dagen en nachten achtereen. De kabouter wordt zo in beslag genomen door haar verhaal dat hij alles en iedereen vergeet. Charlotte Dematons heeft de fee wonderschoon getekend. Wat een mooi sprookje! Het mooiste boek om van Sint te krijgen of onder de kerstboom te vinden.

Uit elkaar – Bette Westera & Sylvia Weve (voor alle leeftijden)

Dit jaar ging de Gouden Griffel naar het gouden duo in kinderboekenland: Bette Westera en Sylvia Weve.
Bette Westera maakte versjes over voorbije liefdes van ouders en grootouders. Soms is dat verdrietig, maar het kan ook een opluchting zijn. Het boek heet Uit elkaar, maar de bladzijden zitten allemaal aan elkaar! Door de tekeningen van Sylvia Weve voelde ik mijn tranen soms branden.
‘We zijn zo al met al nog best een tijd getrouwd geweest,’/ zei oma. ’Nee, je opa was geen makkelijke man/ en ik geen makkelijke vrouw. De scheiding was een feest,/voor allebei. Er is alleen geen fotoalbum van.’

Edith

Een man met goede schoenen – Rob van Essen

Soepel schakelen tussen korte- en langebaan kunnen alleen de heel groten. Van Essen is er eentje. En dan schakelt hij ook nog eens soepel van realisme naar surrealisme. Zijn verhalen zijn zoals we van hem gewend zijn: aards en vervreemdend, geestig en melancholiek. In normale tijden zou ik zeggen: lees stiekem, staand achter de spiegeltafel, even het verhaal ‘Nog warm van de clown’, maar dat kan nu niet. Er zit niets anders op dan de hele bundel hup, hup, aan te schaffen.

Daddy – Emma Cline

Na het lezen van De meisjes was ik op slag fan van Cline. Dat debuut ademde een en al belofte en die wordt ingelost met deze verhalenbundel. Tien verhalen met romankracht.

Alle verhalen – Jean Rhys

Een van mijn beste ontdekkingen dit jaar is Jean Rhys. Tijdens de Week van het Korte Verhaal hadden we een avond over haar werk, samen met Jan Brokken (lees ook zijn Stedevaart en Het eiland van Jean Rhys!). Rhys was excentriek, eigenzinnig en levenslustig. Haar – veelal autobiografische – verhalen ademen diezelfde sfeer. Nu is er ook een heruitgave van De wijde Sargassozee en dat wordt – samen met het boekje van Brokken en Jane Eyre – mijn onderdekerstboomleesproject.

Wij zijn licht – Gerda Blees

Oké, geen fratsen deze keer. Ik kan wel een leuke aanbeveling schrijven die begint met ‘Wij zijn een boekentip’, maar die grap begrijp je pas als je dit boek hebt gelezen. Omdat ik toch het liefst wil dat dit boek zoveel mogelijk lezers krijgt, volgt hier een serieuze en dringende aanbeveling: lees Blees! Wij zijn licht is het verhaal van woongroep Klank&Liefde, waarvan één bewoner sterft. Blees wisselt elk hoofdstuk van perspectief: van de gevangenisboterham, de geitenwollen sokken (gebreid door de moeder van de overledene), van de buren en de slowjuicer, ja, zelfs van het verhaal zelf. En het werkt. Blees houdt de regie strak in handen, is razend consequent en weet de spanning tot het laatste hoofdstuk vast te houden. Subliem.

De dag dat ik mijn naam veranderde – Bibi Dumon Tak

In 2014 overleed het zusje van Bibi Dumon Tak. Direct na haar overlijden verbreekt de ex van haar zus alle contacten en mag Bibi haar neefjes niet meer zien. Een indrukwekkend verhaal dat door de schrijfkwaliteit van Dumon Tak een heel indrukwekkende roman werd. Want hemeltjelief, wat een krachtig proza is het. De toon is in eerste instantie woedend. De ex wordt niet bij naam genoemd maar steeds vermeld als ‘de man wiens naam ik niet zal noemen’ vergezeld met een verwensing: ‘moge al het drinkwater dat hij tot zich neemt verzadigd zijn van drek’, of: ‘moge het springtij hem tweewekelijks overspoelen’. De ene na de andere natuurramp wenst hoofdpersoon Anna hem toe en het goeie is: die verwensingen gaan de woede kanaliseren. (Probeer het zelf maar eens uit, als u heel erg boos bent op iemand.) Zo komt er ook ruimte voor andere emoties en kan Anna uiteindelijk ook naar zichzelf gaan kijken en belangrijker nog: met andere ogen naar de man wiens naam ze niet zal noemen – moge de nacht al zijn dagen verduisteren. Halverwege komt er een kentering die menig zelfhulpboek over woede en rouwverwerking overbodig maakt.

Alle mensen die ik ken – Lisa Huissoon

Lisa Huissoon schreef een boek waarin ze alle mensen die ze kent opnoemt. Gewoon, onder elkaar, iedereen een eigen lemma.
Dat klinkt misschien een beetje als een melig ideetje, maar het werkt echt. Door bij elke naam korte informatie te voegen over ontmoetingsplaats of gemeenschappelijke activiteit (studie, werk, een vakantie of de korfbalclub), doemt er langzaam een heel leven op. En in de iets langere lemmata schittert de belofte van haar schrijverschap je tegemoet.

Het Hollandse huis – Ann Patchett

Een oogverblindend landhuis, twee wezen (Maeve en Danny) en een boze stiefmoeder, ofwel: een modern sprookje. En betoverend is het. Tijdens het lezen raakte ik los van alles, ook van het lezen zelf. Patchett schrijft niet ‘filmisch’, eigenlijk geeft ze weinig details, ze heeft het eerder over de lichtval dan over de kleur van de vloerbedekking. Ze neemt de grote thema’s van het leven: liefde, vertrouwen en verlangen, maar benoemt ze nergens. Wat ze wel doet is even raadselachtig als gelukkig makend, ze spint je in in het universum van Maeve en Danny, om je aan het eind met zachte hand weer thuis af te zetten.

Achterland – Téa Obreht

Een kamelenwestern die zich eind negentiende eeuw afspeelt, dat is wat we nodig hebben, mensen.
Arizona, 1893. Nora wacht op de terugkeer van haar man die op zoek is naar water. Het is heet en het land gortdroog. Haar zoons komen niet thuis na een uit de hand gelopen ruzie en haar jongste, Toby, durft niet naar buiten omdat daar volgens hem een monster rondsluipt. Nora kan geen kant op, ze is ongedurig en opstandig, maar wil ook ten koste van alles haar gezin bij elkaar houden.
En dan is er het verhaal van Lurie, bandeloze Lurie, die zich aansluit bij het kamelenlegioen dat door het Westen trekt.
Beide verhalen hebben hun eigen stem, hun eigen tempo en dynamiek. Wat ze gemeen hebben is de heerlijk ronkende stijl van Obreht, die je met lange zinnen, geweldige dialogen en prachtige vergelijkingen door het boek jaagt. En ja, dit was ook al mijn zomertip, maar ik blijf het tippen tot ik er honderd verkocht heb.

Zussen – Daisy Johnson

De zussen Juli en September worden door hun moeder van school gehaald en ondergebracht in het familiehuis aan de kust. Stukje bij beetje kom je achter de reden van hun vertrek, of was het een vlucht? Zoals ik inmiddels van Johnson gewend ben is ook in deze roman de sfeer creepy, haar taal organisch. Dat eerste doet me huiveren, het tweede verheugt me. Dit boek vraagt om een tweede lezing, en die gaat er zeker komen.

Pastorale – James Rebanks

Dit boek heb ik bijna huilend gelezen. Rebanks brengt grote problemen als het verlies van biodiversiteit en de economische uitputting van de aarde terug tot behapbare proporties: zijn eigen boerderij in het Lake District waar hij alles heeft zien veranderen (en verdwijnen). En op datzelfde microniveau probeert hij nu het tij te keren en met succes. Daarom is dit niet alleen een heel alarmerend boek, het is ook heel hoopvol. Hartverscheurend en o zo belangrijk. P.S.: Zoek Rebanks even op op sociale media, zijn foto’s zijn prachtig en zijn schapen de knapste.

Wolfstijd – Harald Jähner

Als het over de Tweede Wereldoorlog gaat, gaat het altijd over goed en fout, vrienden en vijanden, winnaars en verliezers. En als het over de jaren erna gaat, gaat het vaak over de Wederopbouw van West-Europa en het Marshallplan. Maar hoe verging het de Duitsers in de jaren vlak na de oorlog? Jähner schreef een indrukwekkend boek over de periode 1945-1954, buitengewoon onstuimige jaren, waarin wonden worden gelikt, schuldgevoelens getorst, gezinnen al dan niet herenigd. Hij belicht de rol van de vrouw, de opkomst en ondergang van het feminisme, de bijna-burgeroorlog en de eindeloze stroom remigranten. Hoe konden mensen hun levens weer oppakken in die totaal ontwrichte samenleving? ‘Zoveel begin was er nog nooit. Zoveel einde ook niet.’ Een helder verslag van een vaak over het hoofd geziene periode.

Sempre Susan – Sigrid Nunez

Toen Sigrid Nunez vijfentwintig was, kwam ze als assistent in dienst bij Susan Sontag. Ze kreeg verkering met haar zoon David en trok bij hen in. Sempre Susan is een schijnbare achteloze aaneenrijging van herinneringen en anekdotes (zo weet ik nu dat Sontag ook vond dat je nooit van huis zonder boek moet gaan!). Het levert een warm, liefdevol portret op van een even geniale als onmogelijke vrouw.
Verrast door de stijl van Nunez ben ik nu haar roman Wat scheelt eraan aan het lezen, De vriend ligt klaar. Hoe heb ik haar over het hoofd kunnen zien?! Ik heb er een favoriete auteur bij.

De lijst met dingen die niet zullen veranderen – Rebecca Stead (vanaf 10 jaar)

Ik probeerde mijn elfjarige over te halen dit boek ook te lezen, maar ze vond dat ik ‘irritant enthousiast’ was, dus dat ging ze mooi niet doen. Dus ik zeg nu maar niet dat ik bijna het hele boek met een brok in de keel zat, niet dat hoofdpersoon Bea onverwoestbaar optimistisch is en waanzinnig goed kan piekeren en dat het het beste boek over scheiden is, inzichtelijker dan alle scheidingszelfhulpboeken bij elkaar. Geen mals onderwerp dus, wel een onderwerp waar heel veel mensen en kinderen mee te maken krijgen. Hartverwarmend, lief, wijs en grappig.

Het boek van Jongen – Catherine Gilbert Murdock (vanaf 11 jaar)

Eerlijk is eerlijk: ik viel als een blok voor het omslag en het binnenwerk, maar het bleek ook nog eens een hoogst origineel en spannend verhaal. Jongen – die zo heet omdat iedereen hem zo noemt – wordt meegenomen door pelgrim Secundus op zijn tocht van Avignon naar Rome, op zoek naar de relieken van de heilige Sint-Petrus. Het wordt een loodzware tocht vol avontuur en gevaar. Maar is Secundus wel wie hij zegt te zijn, en hoe zit het eigenlijk met Jongen? Een spannend middeleeuws avontuur.

Spookpokken – de jacht op Morrigan Crow (Nevermoor 3) – Jessica Townsend (vanaf 12 jaar)

Hoezee, deel 3 van Nevermoor is er (of bijna)! Deel 3 kan echt niet zonder deel 1 en 2, dus als je Nevermoor nog niet kent, dan heb je nog heel wat tegoed. In het derde deel zit Townsend boven op de actualiteit (hoe ze dat zo snel geflikt heeft is me een raadsel). Er waart een geheimzinnig virus rond in Nevermoor, met alle gruwelijke gevolgen van dien: een heuse lockdown, demonstraties, complottheorieën en een volksopstand. Kan Morrigan haar wondersmidkrachten aanwenden om het gevaar te keren? Wederom een wervelend, spannend, slim en origineel avontuur en een warm weerzien met Jupiter en Hotel Decaleon (en hun nukken). Nu al zin in deel 4.

Selma

Leugenaar – Ayelet Gundar Goshen

Ik tipte Leugenaar al in de zomer. Omdat nog lang niet genoeg mensen dit boek hebben gelezen, doe ik het gewoon nog een keer! Het is spannend, het leest als een trein, de maatschappij staat op het schavot, je danst bij een filosofisch vagevuur, de taal is sprankelend en waanzinnig en dat alles overspoeld met een sardonische grijns van jewelste van de schrijver (althans, dat vermoed ik). Een jong onopvallend gefrustreerd meisje liegt over een poging tot verkrachting, maar dit is geen #metoo-boek. Het stelt vragen over de waarheid, status en identiteit. Het blijft voor mij een van de beste boeken die ik dit jaar las.

Het boek van alle angsten – Emy Koopman

Emy Koopman heeft met Het boek van alle angsten een huiveringwekkende roman geschreven: pijnlijk herkenbaar en angstaanjagend vertrouwd. Een dystopische roman zoals hij bedoeld is. Ik moest het af en toe wegleggen omdat het me te veel confronteerde met mijn eigen angsten. Hiervoor lees ik romans, fantastisch!

Hollowpox – The Hunt For Morrigan Crow, Nevermoor 3 – Jessica Townsend (vanaf 12 jaar)

De vertaling van het derde deel van Nevermoor verschijnt begin december. Ik las het alvast in het Engels, want ik kon niet meer wachten. Townsend schrijft mooi en sprankelend en de eerste twee delen zijn uitstekend vertaald, dus ik heb er alle vertrouwen in dat het derde deel dat niveau vasthoudt. Nevermoor is een meesterlijke fantasy-serie en Spookpokken stelt niet teleur.
Het is ook nog eens super actueel omdat er in dit deel een mysterieuze ziekte rondwaart in Nevermoor. Townsend heeft een magische wereld geschapen waarin je je helemaal kan verliezen.

De onafscheidelijken – Simone de Beauvoir

Mijn verheugboek is De onafscheidelijken van Simone de Beauvoir, een nooit eerder gepubliceerde roman waarin De Beauvoir terugblikt op haar bijzondere vriendschap met Zaza. De Beauvoir maakt een ware revival door en daar word ik blij van! Eerder dit jaar las ik de nieuwste, uitstekend geschreven biografie van Kate Kirkpatrick over haar en dat deed mij weer verlangen naar meer.

Marianne

Lieg met mij – Philippe Besson

Dit verhaal maakte indruk op me. Philippe Besson beschrijft in retrospectief de geheime ontmoetingen met zijn eerste grote liefde Thomas. Het verhaal speelt zich af in de winter van 1984, Philippe is dan zeventien. Thomas is een schoolgenoot van hem die in eerste instantie onbereikbaar lijkt omdat beide jongens uit heel verschillende milieus komen. Voor Thomas moet hun liefde verzwegen blijven, ook al brengen ze samen vele intense geheime uren door. Na die zomer zien ze elkaar nooit meer terug. Jaren later komt Philippe door een toevallige ontmoeting meer te weten over het tragische verloop van het leven van Thomas na hun affaire. Een prachtig geschreven liefdesverhaal over verlies, afwezigheid, onmogelijkheid, komaf, seksualiteit en voldoen aan verwachtingen.

De dag dat ik mijn naam veranderde – Bibi Dumon Tak

De dag dat ik mijn naam veranderde – Bibi Dumon Tak
Bibi Dumon Tak is een zeer origineel verteller. Een heel naar gegeven uit haar eigen leven weet ze om te toveren tot een verhaal met lichtheid en humor, maar natuurlijk ook met verdriet en woede. Die woede uit zich in vurige verwensingen gericht aan de ex van haar overleden zusje, die ze ‘de man wiens naam ik niet zal noemen’, noemt, gevolgd door een verwensing. Deze verwensingen worden op een gegeven moment steeds komischer. Ik was ook elke weer keer benieuwd naar wat ze nu weer zou verzinnen. De dag dat ik mijn naam veranderde is bovenal een ontroerend verhaal over verdriet, woede, familie, verlies en uitgesloten worden. Een eerbetoon aan haar zus die jong overlijdt aan kanker.

Gevonden – Cees van den Berg (vanaf 7 jaar)

Op een dag staat een oude man op zijn pantoffels midden op het fietspad. Hij is in de war en weet niet meer wie hij is. Frietje, een heel bijzonder meisje, besluit hem mee naar huis te nemen. Ze noemt hem meneer Fritz. Haar ouders, die een restaurant runnen genaamd Kip, friet en kaviaar, schakelen de politie en de zorg in. Voorlopig mag meneer Fritz even blijven logeren. Frietje is vastberaden om uit te zoeken wie meneer Fritz is. Haar pogingen om hem zijn geheugen terug te laten vinden leveren gekke situaties op. Gaandeweg ontstaat er een bijzondere vriendschap tussen de familie en meneer Fritz. Een heerlijk boek met veel grappige scènes en zeer tot de verbeelding sprekende personages.

Altijd dichtbij – Mark Janssen

In prachtige zwart-wittekeningen, geïnspireerd op zijn reizen naar Nepal, vertelt Mark Janssen een verhaal over verlies. Wat doe je als je iemand mist en wat doe je als het gemis alleen maar groter wordt, als allerlei dingen je herinneren aan die persoon? Langzaamaan komt het besef dat degene van wie je hield nooit echt weg is. Dat degene die je mist toch ook altijd dichtbij is – in je hart, in herinneringen, in de dingen om je heen.

Katty

Het leugenachtige leven van volwassenen – Elena Ferrante

Het is wat flauw om Ferrante en Starnone (de vermeende auteur achter het pseudoniem Elena Ferrante) naast elkaar te noemen. Maar feit is dat ik zowel de leugenachtige leven van volwassenen nieuwe roman van Ferrante als het laatst vertaalde boek van Starnone erg goed vind. Beide zijn gesitueerd in Napels, een stad die op het toppunt van mijn Ferrante fever haast buitenaardse proporties kreeg. In Het leugenachtige leven van volwassenen volgen we de jonge Giovanna die met aanvankelijk vooral kinderlijke nieuwsgierigheid de relatie van haar ouders met elkaar, met hun familie en hun vrienden bevraagt. Een gemene opmerking die terloops gemaakt wordt door haar vader, ontkiemt ondanks de vele excuses en ontkenningen tot een Waarheid – met een hoofdletter, ja. Wie net als ik het Napolitaanse gevloek en de scherpe, kale, maar daardoor ook des te helderde zinnen van Ferrante miste kan bij dezen zijn of haar hart ophalen.

Geintje – Domenico Starnone

Hetzelfde geldt voor Domenico Starnones Geintje, een titel die ondanks de uitgebreide verantwoording die Jhumpa Lahiri in het voorwoord geeft toch niet helemaal recht doet aan dit boek. Want zo geinig is het allemaal niet voor de hoofdpersoon uit deze roman, een illustrator op leeftijd, wiens roem stamt uit een vorig tijdperk, maar die dat feit nog amper onder ogen durft te zien. Ooit maakte hij een nieuwe start in Milaan en keek zelden achterom naar zijn dochter en haar gezin. Maar nu hij vier dagen op zijn kleinzoon Mario moet passen, in het huis waarin hij is opgegroeid en dat zijn dochter nu bewoont, ontkomt hij er niet aan. Vooral niet omdat de kleine Mario te pas en te onpas een beroep doet op zijn ‘opa’ – een woord dat de oude man ineen doet krimpen. Het levert een interessant spel op tussen het niet te negeren heden, waarin Mario continu met zijn grootvader wil spelen, en het al even lastig te vermijden verleden, dat zich voornamelijk ’s nachts aan de illustrator opdringt. Voor liefhebbers van Henry James wil ik ten slotte nog toevoegen dat deze schrijver zowel expliciet als impliciet een bijzondere rol speelt in dit boek.

The Vanishing Half/De vervlogen helft – Brit Bennett

Twee romans over tweelingen. Weliswaar zeer verschillende boeken, maar in beide staat in zekere zin de band van tweelingen centraal. En beide boeken zou ik aanraden voor winterse avonden, onder een deken en met een kop warms erbij. The Vanishing Half vertelt over de twee zussen Desiree en Stella die opgroeien in een zogenaamd ‘licht’ dorp in de Verenigde Staten. De inwoners van dit dorp gaan er prat op zo ‘licht’ mogelijk te zijn – ze zijn niet wit, maar misschien wel ‘bijna’. En dat ‘bijna’ is waar deze roman over gaat. Over wat het betekent om voor het een of het ander door te gaan, wat ermee gewonnen lijkt en wat verloren. Bennett schrijft hierover op een haast soapachtige manier, verslavend en meeslepend, zonder plat te worden of aan ernst in te boeten.

Waar ik liever niet aan denk – Jente Posthuma

Op een heel andere manier lukte me het ook niet het boek van Jente Posthuma weg te leggen. Waar Bennett de tijd neemt om een uitgebreide omgeving te schetsen, schrijft Posthuma, net als in haar debuut, korte en fragmentarische hoofdstukken. De ik-persoon beschrijft de relatie met haar broer, op wie ze soms vit, die ze bewondert, tegen wie ze soms opkijkt en van wie ze zich ook regelmatig afvraagt waarom hij niet gewoon wat makkelijker kan doen en denken. Waar ik liever niet aan denk laat pijnlijk treffend zien welk gat er bestaat tussen mensen, zelfs als ze negen maanden dezelfde baarmoeder hebben gedeeld. En de vele vormen waarin dat gat blijft bestaan doet Posthuma minutieus uit de doeken.

Het boek van alle angsten – Emy Koopman

Ondanks wat kanttekeningen belandt dit boek toch op mijn lijstje. Het boek van alle angsten jaagt me namelijk daadwerkelijk angst aan. Waar het eerste deel van het boek begint in een tijd die op de onze lijkt, speelt het tweede deel zich af in een semi-nabije toekomst. En hoewel die toekomst grotesk lijkt in zijn uitvoering, onvoorstelbaar rot, lukt het me niet goed meer de door Koopman beschreven werkelijkheid van de onze te onderscheiden. Net als personages Fana en Viko heb ik weinig hoop voor later, maar toch kan het altijd erger. In de behandeling van angsten wordt vaak gevraagd: wat is het ergste dat je kan overkomen? Waarop het antwoord in het beste geval meevalt. Het boek van alle angsten is een wilde fantasie over wat dat ergste kan zijn en wat er gebeurt als het níét meevalt. Bij vlagen een klein beetje sentimenteel, een klein beetje pamflettistisch, maar vooral een boek dat me bijblijft.

Igor

Je keek te ver - Marjoleine de Vos

Toen het eerste deel van Terloops, een serie van kleine, mooi vormgegeven wandelboekjes van uitgeverij Van Oorschot verscheen, nam ik me meteen voor om van een aantal boekjes de betreffende wandeling ook echt te gaan maken. Het boekje lezen zou ik dan voor (of tijdens) de wandeling doen. Voor dit boekje was mijn reis naar Groningen al gepland. Ik had met vrienden van mijn studie afgesproken dat ik kon blijven overnachten, maar zoals dat gaat met goede voornemens in 2020, is dit plan natuurlijk niet uitgevoerd. Uiteindelijk besloot ik Je keek te ver maar gewoon thuis op de bank te gaan lezen.
De eerste pagina’s deed ik dit nog met enige bezwaren. Ik kon zelf het landschap immers niet zien en dat leek me nou juist zo aardig aan een wandelboekje. Maar naarmate het verhaal vorderde werd mijn bezwaar weggenomen. De Vos schrijft prachtig, helder en beeldend en geeft ze een machtig sfeerbeeld, waardoor ik als vanzelf door Eenum liep. En het belangrijkste: het boekje gaat over zoveel meer dan die wandeling. De tocht naar buiten wordt aangegrepen om te filosoferen over wat het leven op het platteland zo mooi maakt, maar eigenlijk toch ook simpelweg het leven zelf. En hoewel ik ‘simpelweg’ gebruik en dat meestal nog niet zo makkelijk is, gaat het De Vos geweldig af. Ze heeft magistrale voorbeelden, veelal uit gedichten, en wist met precies de juiste toon mij te raken, zodat ik aan het eind van de zeventig pagina’s levenslust alleen nog maar kon citeren: ‘Ja, de wereld is mooi.’

Girl, Woman, Other(Meisje, vrouw, anders) – Bernadine Evaristo

Er is al enige tijd een buzz rond dit boek, want alweer een jaar geleden ontving het de Booker Prize en op de flappen staan niet minder dan dertig aanprijzingen van media, collega-schrijvers en een Schotse premier. Ik kreeg het boek ook van twee veel lezende vriendinnen getipt, dus ik was inmiddels meer dan benieuwd. Ik lees weinig literatuur in het Engels en wilde juist dit boek in de originele taal lezen (de Nederlandse vertaling verschijnt eind november). Zowel qua opzet als inhoudelijk legt Evaristo de lat hoog. Meestal als een boek afwijkt in typografie, voelt dat wat gekunsteld. Maar bij Girl, Woman, Other heb ik alleen aan het eind van de eerste zin opgemerkt dat er geen punt stond, om daarna te worden meegezogen in het verhaal – of eigenlijk twaalf verhalen. Evaristo beschrijft twaalf levens, verweeft die levens deels met elkaar en laat uit elk verhaal de ervaring van zwarte vrouwen in Groot-Brittannië naar voren komen. Vrouwen uit elk segment van de samenleving, succesvol en minder succesvol, doen bij Evaristo vooral aan leven, met zwart-zijn als eeuwige bijkomstigheid in een tolerantere, maar nog steeds ongelijke maatschappij. Ze groeien op, maken keuzes en ervaren plezier en pijn. Ze hebben lief en voelen woede, ze hebben zorgen over de toekomst én over hun verleden. En ze beleven het alledaagse. Dan lijkt twaalf levens wat veel, maar ik kan alleen maar zeggen: het werkt. De perspectiefwisseling helpt juist een aantal keer fantastisch, omdat je gebeurtenissen en levensfasen vanuit meerdere levens belicht ziet. En overal is Evaristo de meester van het verhaal: de inhoud staat niet alleen als een huis, hij overweldigt. Elke pagina ademt de menselijke – vrouwelijke – zwarte ervaring. Girl, Woman, Other is daarom de beste fictie die ik dit jaar heb gelezen.

De tirannie van verdienste – Michael Sandel

Vier jaar na de verkiezing van Trump ben ik een van de beste verklaringen van die aardschok tegengekomen. De tirannie van verdienste laat zien op welke manieren in de Verenigde Staten een meritocratisch systeem tot stand is gekomen, welke beloften dit systeem doet en hoe dit een onvermijdelijke splijting van de maatschappij tot gevolg heeft. Michael Sandel kende ik al van zijn online collegeserie Justice: What’s The Right Thing To Do? en ik was benieuwd of hij net zo schrijft zoals hij filosofische discussies leidt: helder en overzichtelijk. En hoewel het boek op sommige plekken wat taaier is, is de boodschap duidelijk en belangrijk; dit systeem creëert winnaars en verliezers, en het onderlinge begrip tussen die groepen is volledig verdwenen. Sandel laat overtuigend zien welke gevolgen de huidige, slecht werkende, meritocratie in de VS heeft én betoogt waarom een goed werkende de huidige problemen niet zal oplossen. Los van de verkiezingsuitslag kweekt dit boek meer begrip voor het ressentiment onder Amerikaanse kiezers.

Verdwenen boeken – Thomas Heerma van Voss

Eerder dit jaar kreeg ik van mijn stagebegeleider Onzichtbare boeken te leen, een in 2015 verschenen boekje over uitgeverij Babel & Voss. Het boekje bevatte veel op het oog tragische passages, die ik met plezier las. Als Onzichtbare boeken tragikomisch is, dan is het dit jaar verschenen Verdwenen boeken melancholisch. Heerma van Voss kijkt in het écht allerlaatste boek van de uitgeverij niet alleen nog eenmaal terug op Babel & Voss, maar weeft ook zijn op de klippen gelopen relatie en zijn jeugdvakanties in het verhaal, die de staat van verval zo mogelijk nog beter naar voren brengen. Prachtige anekdotes, droog opgeschreven en treurig stemmend. Een waardig einde van de uitgeverij. (Beide boekjes zijn nu in één band verschenen.)

Jeanine

De dag dat ik mijn naam veranderde – Bibi Dumon Tak

In een recensie las ik dat het een woedende roman was. Dat vond ik geen aangenaam vertrekpunt, maar gelukkig was ik al snel een andere mening toegedaan. Ik voelde met name de druk waarmee dit boek geschreven was, als een puist die op het punt staat te barsten, maar die voortijdig en behendig wordt uitgedrukt om te voorkomen dat het litteken te groot en te lelijk wordt. Ik kon het boek niet wegleggen, het zat zo goed het in elkaar en zo werd de druk om het te schrijven vertaald in een druk om het te lezen. En ja, er was woede over de veel te vroege dood van een geliefde zus en over een, en dan zeg ik het voorzichtig, botte zwager, maar vooral las ik een ontroerende liefdesverklaring aan de jonge zus.

Waar ik liever niet aan denk – Jente Posthuma

Weer een verhaal over de verhouding binnen een gezin, dit keer van een jonge vrouw die haar tweelingbroer moet missen. De roman bestaat uit fragmenten, associaties, vragen, herinneringen, springend door de tijd, en leest als een speurtocht waar steeds meer lijn in komt. Mooi gedaan, origineel en ontroerend eerlijk.

Het Hollandse huis – Ann Patchett

Danny, de verteller in dit verhaal groeit samen met zijn oudere zus Maeve op in een prachtige villa. Dat lijkt een mooi startpunt, maar met een afstandelijke vader en een verdwenen moeder begint het al behoorlijk te wringen. Als de stiefmoeder haar opwachting maakt worden de levens van de kinderen definitief van de heuvel af geduwd. Het Hollandse huis is een ontroerende roman over obsessies en familiebanden, wraakzucht en vergiffenis, boordevol levensecht in het duister tastende personages.

Jaag je ploeg over de botten van de doden – Olga Tokarczuk

Bij de aanblik van het omslag werd ik meteen op het verkeerde been gezet, besef ik nu. Ik meende dat dit een naargeestig verhaal zou zijn. Het enthousiasme van mijn collega’s over dit boek won het van mijn vooroordeel. In een afgelegen Pools dorpje vertelt de excentrieke zestiger Janina Duszejko over de dood van haar buurman en de andere vreemde gebeurtenissen van de laatste tijd. Janina leidt een teruggetrokken leven: ze houdt van de natuur, van astrologie en vertaalt de poëzie van William Blake. Wanneer leden van de lokale jachtvereniging dood worden aangetroffen, raakt ze als een Poolse Miss Marple betrokken bij het politieonderzoek. De manier waarop Janina je toespreekt als lezer, je inwijdt in haar leven, voelt als het aangaan van een vriendschap. Een hoofdpersonage om van te houden!

Marijke

De dood in haar handen – Ottessa Moshfegh

Moshfegh kan zo goed beschrijven hoe je gedachten kunnen gaan en hoe je die meteen zelf ook weer bevraagt. In dit boek ga je mee in de waan van hoofdpersoon Vesta, je gaat haar ook geloven. Vesta is een heel eigenzinnige vrouw en door haar eigenzinnigheid vergaf ik haar haar morsigheid. Langzaam maar zeker kom je erachter dat ze eigenlijk een tragisch leven heeft geleid. Ook dat vond ik prachtig aan dit boek, zo gedoseerd als dat doorsijpelde in het verhaal. Vesta is ruimhartig en genadig in hoe ze naar andere mensen kijkt en zelfs de mensen die ze verzon, ging ik als echte mensen zien. Heel bijzonder.

Jaag je ploeg over de botten van de doden – Olga Tokarczuk

Het boek is hier al vaker genoemd, dus ik hoef niet meer te vertellen waar het over gaat. Het is licht van toon en heeft een heerlijk origineel gegeven. Alle beschrijvingen waren mooi direct en het was fijn om in het hoofd van de hoofdpersoon te zitten en door haar ogen naar de wereld te kijken. Met heel veel plezier gelezen.

Het Hollandse huis – Ann Patchett

Ook hier weer ontspoorde, tragische levens, al zijn de levens in dit boek iets ‘normaler’ dan in mijn twee vorige tips. Ook dit is heel beeldend geschreven, met weinig woorden wordt een wereld opgeroepen waar je meteen helemaal in zit. Heerlijk.

De wereldse bakplaat – Rukmini Iyer

Ik heb dit boek strategisch cadeau gegeven en nu wordt er heel regelmatig voor me uit gekookt. Er zitten veel Indiase gerechten in, maar alles is goed te doen en de ingrediënten zijn makkelijk te vinden. Iyers aanwijzingen zijn heel helder en inspirerend, we hebben al veel nieuwe dingen ontdekt. En de gerechten zijn ovenheerlijk!

Marthe (winkeldochter, 13 jaar)

Wat zou Martin doen? – Nic Stone

Een jongen probeert een vriendin te helpen, maar wordt dan aangehouden omdat hij ervan verdacht wordt een overval te plegen. Na zijn vrijlating besluit hij brieven te schrijven aan Martin Luther King omdat hij zich afvraagt wat Martin zou doen: zou hij van zich laten horen of juist het zwijgen ertoe doen? Het was het eerste boek dat ik las over het BLM-thema en ik vond het indrukwekkend.

The Hate U Give – Angie Thomas

Starr groeit op in een zwarte buurt en is bevriend met Khalil. Als hij bij een politiecontrole wordt doodgeschoten, is Starr de enige getuige. Ze besluit in eerste instantie te zwijgen, maar het wordt voor haar steeds lastiger om haar mond te houden. Net als Wat zou Martin doen? gaat dit over racisme en welke effecten dat heeft. Een belangrijk boek dus!

Wij blijven bij elkaar – Martine Letterie

Het gaat over een Joodse familie in Berlijn die in het begin van de oorlog vlucht naar Nederland. Daar hopen ze veilig te zijn, maar ze worden alsnog op transport gezet naar doorvoerkampen en daarna naar een werkkamp en een concentratiekamp. Het is een waargebeurd verhaal en Letterie beschrijft heel goed hoe het leven in de kampen was. Het is een heel droevig verhaal, maar er zat toch ook hoop in, dat vond ik mooi.

Het mysterie van Winterhuis Hotel – Ben Guterson

Ja! Deel 3 van Winterhuis Hotel! Deze lees ik nu, want het is pas net verschenen, dus ik weet niet hoe het afloopt, maar het is superspannend en daarom lees ik het extra langzaam (ik moet het af en toe even wegleggen, anders slaap ik niet meer). Dit is echt een leuke serie. Je kunt het beste bij deel 1 beginnen.

Betty (winkeldochter, 11 jaar)

Koningskind – Selma Noort

Koningskind gaat over het meisje Zissel waarvan iedereen denkt dat ze doof is, maar ze kan alleen niet praten. Op de nacht dat haar broertje wordt geboren sterft het zoontje van een belangrijke jonkvrouw. Het broertje van Zissel wordt geruild met de dode baby. Zissel wordt meegestuurd maar mag tegen niemand zeggen dat het haar broertje is, maar Zissel wil er alles aan doen om hem terug te krijgen… Spannend, af en toe een beetje gruwelijk, maar ik moest doorlezen (van mijn moeder).