De mooiste boeken van 2021

Roerig

Het was een roerig jaar, daarmee zeg ik niks geks. Bij roerig denk ik altijd eerst aan koken trouwens, aan grote pannen soep en tomatensaus, waarmee het woord roerig een heel geruststellend eerste gevoel in mij oproept. Het was natuurlijk het figuurlijke roerig: druk, de orde verstorend. Mensen roerden zich, kwamen in opstand en verstoorden de orde. Je roeren is meestal een goed idee, de orde verstoren meestal niet, in opstand komen wel, al hangt het natuurlijk van het te bevechten onderwerp af.
Ik ben niet het demonstrerende type (de enige keer dat ik naar Den Haag toog tijdens mijn studententijd om te demonstreren tegen de invoering of juist afschaffing van de OV-kaart, boog ik vrij in het begin van de route af en belandde in een platenzaak waar ik de rest van het boodschappengeld van die maand omzette in een nieuwe plaat van Toad the Wet Sprocket, een heel weinig activistische band uit Santa Barbara), maar dit jaar liep ik bijna mee in het woonprotest. Het woonprobleem is groter dan ooit en het is om moedeloos van te worden. Zo moedeloos dat de gelatenheid op de loer ligt. 
Zes jaar kreeg ik onderdak bij een stel lieverds, kwam dit jaar toch weer bijna op straat te staan, en werd op het nippertje gered door een ander stel lieverds. Voorlopig heb ik weer even warme, droge voeten. Moed houden heeft dus wel degelijk zin. En demonstreren ook. Uiteindelijk durfde ik het niet aan, ik ben niet goed met grote groepen mensen, hoe goed hun bedoelingen ook zijn. In plaats van meelopen las ik een bijna pamflettistisch boek: de nieuwe Willy Vlautin. Ook Vlautin weet wat woningnood is en schreef De nacht valt altijd over Lynette die er alles voor over heeft het huurkrot waar ze al haar hele leven met haar moeder en broer woont te kopen. Het is weer hartverscheurend op z’n Vlautins, dus stoelriemen vast en zakdoeken mee. Ook las ik het wonderschone Real Estate van Deborah Levy, het derde deel uit haar ‘levende autobiografie’ waarin ze na haar scheiding naarstig op zoek gaat naar een huis en er al snel achter komt dat ‘buying a house’ niet hetzelfde is als ‘buying a home’. Ook zij benadrukt de kracht van dromen en hoop. Het was helend. 
Toen Willy Vlautin onlangs even in Nederland was schreef hij in mijn exemplaar ‘Thank you for helping my books find a home’.
Het liefst zou ik alle huizenzoekers helpen een nieuw thuis te vinden, maar dat ligt ver buiten mijn macht. Wat ik wel kan doen is een nieuw huisje zoeken voor alle boeken in de winkel. Met z’n allen hebben we hier bijna 60 woningzoekenden verzameld. Ze nemen niet veel plaats in, maken geen herrie en eten niks. Hopelijk wilt u ze een nieuw thuis geven.

Een warm 2022 gewenst, Edith
 

Marianne

De meisjes, zeven sprookjes – Annet Schaap

Wat een fantastische, spannende, verrassende en gruwelijke sprookjes met meisjes in de hoofdrol heeft Annet Schaap geschreven. Ze weet de meisjes echt tot leven te brengen. De vertellingen zijn gebaseerd op bestaande sprookjes van de gebroeders Grimm en Charles Perrault. Prachtig uitgegeven in een klein gebonden boekje met illustraties. Vanaf een jaar of tien.

Stapelbedbroers – Koos Meinderts

Een ontroerend, levensecht en liefdevol verhaal over twee broers die opgroeien in een warm arbeidersgezin in de jaren zestig. Het gezin bestaat uit vader, moeder, de oudere zus Wendy, een jonger broertje Paultje en de hoofdpersonen in het verhaal Rocco en Henk. Zij delen een kamer en een stapelbed. ’s Avonds vinden er gesprekken plaats tussen de twee broers over meisjes, voetbal, hun dromen en het leven. Henk houdt van kennis en boeken, Rocco houdt van voetbal. Het gezin kampt met geldgebrek, een zwangere dochter en dan gebeurt er ook nog een ongeluk. Uiteindelijk brengt die gebeurtenis het gezin alleen maar dichter bij elkaar. Vanaf een jaar of tien.

Bethany en het beest – Jack Meggitt Phillips

Een spannend, humoristisch en fantasievol verhaal over Peregrinus en het beest op zolder. Het leven van Peregrinus bestaat uit het gehoorzamen en tevreden houden van het monster op zolder, dat hem in ruil voor cadeaus een toverdrank geeft die hem eeuwig jong houdt. De wensen van het beest worden steeds naarder en moeilijker te vervullen. Het beest was tevreden met niet levende dingen maar wil nu levende dingen. Eerst een kat, toen een papegaai en op een dag wil hij een kind. Peregrinus besluit een kind uit het weeshuis te halen. Het moet vooral een heel stom en lastig kind zijn die het verdient om aan het monster gevoerd te worden. Hij kiest Bethany. Maar of Bethany zich zo makkelijk laat voeren? Een heerlijk boek!
Het vervolg is net verschenen. Voor de liefhebbers van Roald Dahl. Vanaf een jaar of negen.

Vera

Matrix - Lauren Groff

Dit boek heeft mij zo vaak hardop laten lachen, echt iedereen moet dit een kans geven. Het gaat over Marie de France, een koninklijke bastaardzuster die wordt weggestuurd van het hof omdat ze te groot, lelijk, onbehouwen en onwelriekend is. Koningin Eleonora – op wie Marie heimelijk verliefd is – acht haar niet geschikt voor het huwelijk met wie dan ook en veroordeelt haar tot een leven als non in een vervallen abdij in Engeland. Marie, overmand door een gebroken hart en heimwee, voert op haar eigen grove manier een nieuw bewind over de abdij dat de vermagerde nonnen flink opschudt. De vrouwen vinden troost bij elkaar en sporen elkaar aan om boven zichzelf uit te stijgen – op een nogal goddeloze manier. De zinnen zijn prachtig, zangerig en mooi vertaald door Lucie Schaap. Waan je in een wereld van smellekens, habijten, humeuren en veel drassige grond. Heerlijk!
 

Klara en de zon – Kazuo Ishiguro

Dit boek vind ik echt een boek om samen te lezen, je kunt er namelijk eindeloos over napraten. De schrijver laat steeds heel voorzichtig nieuwe informatie los waardoor het een heerlijke leeservaring is met veel gepuzzel en gespeculeer. Het verhaal draait om Klara, een robot die niets ontgaat. Wanneer ze eindelijk wordt uitgekozen als het nieuwe maatje van het zieke kind Josie probeert ze alles goed in zich op te nemen en daarvan te leren. Maar Klara trekt soms vreemde conclusies uit haar waarnemingen die een hoop ellende in gang zetten. Door de kleine hints van Ishiguro kruipt de spanning langzaam langs je rug omhoog en laat hij je de donkere kanten van kunstmatige intelligentie zien. Bijzonder en onderhoudend.

Ons kasteel aan zee – Lucy Strange

Een spannend boek voor kinderen vanaf tien jaar. 
Petra woont met haar ouders en zus in een vuurtoren. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, wordt Petra’s Duitse moeder opgepakt op verdenking van spionage, en blijken haar vader en zus ook niet helemaal te vertrouwen. Het dorp keert zich tegen het gezin, wat leidt tot heel veel verdriet. Petra, die lang niet zo stoer is als haar zus, moet vertrouwen op de magie van de vuurtoren. Een mooi verhaal met een paar verrassende wendingen en een spectaculair eind waar je echt even van moet bijkomen.

Jan

Accidentally Wes Anderson – Wally Koval

Wes Anderson maakt deze tijd weer furore met zijn film The French Dispatch. Zijn prachtige beeldtaal (pastelkleuren, vintage objecten) is een inspiratiebron voor velen. Accidentally Wes Anderson is een mooi fotoboek waarin verschillende fotografen gebouwen, interieurs en landschappen in de geest van Wes Anderson hebben vastgelegd. Het lijkt haast een sprookjesboek, en opeens zie je in je eigen omgeving of onderweg ook allemaal heuse Wes Anderson-taferelen, en een glimlach valt je ten deel.

Een man met goede schoenen – Rob van Essen

Rob van Essen is een veelzijdige veelschrijver. Het kan vaak niet wat hij beschrijft en toch is het gewoon zo. Dat leidt tot verwarring bij de lezer, maar prikkelt de geest. Hij is ook erg grappig. Maar ook weer niet steeds. Kortom, je staat vaak, al lezend, op het verkeerde been. Een man met goede schoenen bevat twintig korte verhalen, de ene gekker dan de ander, maar altijd literair topvermaak.
Ik kijk uit naar zijn nieuwe roman Miniapolis, want ik heb al vernomen dat ook die weer smullen is.

M. De man van de voorzienigheid – Antonio Scurati

Dit is het tweede deel van Scurati’s grootse Mussoliniproject. Hij beschrijft hierin de jaren 1925-1932. Mussolini is minister-president geworden en de heerschappij van de fascistische partij is compleet; de laatste democraten trekken zich terug uit het parlement en Italië wordt een fascistische dictatuur. Koning Victor Emanuel III vindt het goed. Ook in Afrika houdt Mussolini huis met de bloedige veldslagen in de Libische woestijn. 
Scurati beschrijft Mussolini’s avonturen zeer gedetailleerd, als in een roman. Dat maakt dat je als lezer deze tijd helemaal (opnieuw) meemaakt. Mussolini is een paar keer aan een aanslag ontsnapt. Je hart klopt in je keel als Scurati van seconde tot seconde de aanslagplegers volgt.
Een heel bijzondere manier om geschiedenis te beschrijven!
Voor de liefhebbers is er nu ook een ‘traditionele’ biografie: Mussolini – de eerste fascist van Hans Woller, die in de pers lovend is ontvangen.

Bodil

Hier hoor je niemand over – Patricia Lockwood

Dit boek is veel. Dat moet ook wel. Het bevindt zich midden in de grote sneeuwstorm van het alles: het wereldwijde web. Het leven van de hoofdpersoon speelt zich voornamelijk online af in ‘het portaal’. Wat dat precies is? ‘A brain, a language, a place, a time’: het online-bestaan dat ons denken en zijn vormt. Hier hoor je niemand over stort zich in onze vertwitterde realiteit. Maar er is ook plots een nog ongeboren nichtje, gediagnostiseerd met het proteus-syndroom. Het onbegrensde en ironische internet maakt plaats voor lichamelijkheid en ernst. De hoofdpersoon begint zich af te vragen wat dat dan precies is, ‘het leven’, en wat er nou eigenlijk toe doet? En ook, niet geheel onbelangrijk, ‘could we... could we post about it?’.

Ieder een lichaam – Olivia Laing

Hoe extreem online de wereld ook is, we zitten vooralsnog vast in onze lichamen. Ze bepalen, geheel ongevraagd, onze posities, perspectieven en kansen.  Maar ook zijn lichamen in staat, als collectieven en demonstraties, om vrijheden te verkrijgen. Met Wilhelm Reich, de radicale psychoanalist, als rode draad rijgt Laing in haar boek het lichaam aan een politiek activisme. Naast Reich komen veel kunstenaars, schrijvers en denkers aan bod die, samen met de persoonlijke inzichten van Laing zelf, een breed landschap schetsen van de bevrijdingsbewegingen van de twintigste en eenentwintigste eeuw. Laing: ‘Wat al die bewegingen gemeen hadden was hun verlangen het lichaam van een object van stigma en schaamte te verheffen tot een bron van solidariteit en kracht, tot iets wat in staat was verandering te eisen en te bereiken.’ 

Een liefde – Sara Mesa

Zoals dat soms gebeurt heb ik dit boek na het lezen op slag als vriend beschouwd. Het zit vol eerlijkheid, misverstand, durf en kwetsbaarheid. Nat, een jonge vertaalster, verhuist impulsief naar La Escepa, een klein dorpje op het platteland. Wellicht tegen verwachtingen in ondervindt Nat geen betekenisvolle zelfontdekking, vindt ze geen juiste antwoorden of levensmentoren. Het is eigenlijk gewoon aardig saai daar in La Escepa. Maar ergens onder het kalme van Mesa’s taal en tempo ligt iets bedrukkends en prikkelends. Een liefde is een verhaal over tussenruimtes, over zoeken zonder te vinden, over niet weten maar wel willen, en vooral over gewoon maar doen, ondanks al je twijfels en ongemak.

De gelukzalige jaren van tucht – Fleur Jaeggy

Dit boek is zó mooi! In Jaeggy’s schrijven heerst dubbelzinnigheid: gruwel en schoonheid, geluk en tucht. De gelukzalige jaren van tucht gaat over het opgroeien tussen de muren van een streng internaat en broedt op de verontrustende aard van controle en krankzinnigheid.

Verzamelde verhalen – Ingeborg Bachmann

Eerlijk is eerlijk, ik heb dit boek nog niet gelezen. Het ligt wel al op mijn nachtkastje en heeft in mijn mentale berging ook al de nodige ruimte gereserveerd. Bachmann was een belangrijke feministische schrijfster van wie in elk geval ik, maar waarschijnlijke meer mensen, te weinig hebben gelezen.

Mieke

Al onze jaren – Kathy Page

Op een middag in een Londense bibliotheek leren Harry, een gevoelige natuur- en literatuurhebber, en de wilskrachtige Evelyn elkaar kennen. Ze zijn verliefd en vol plannen voor de toekomst, maar de oorlogsjaren waarin ze elkaar nauwelijks zien vraagt veel van hun relatie. De worsteling om het beste ervan te maken in het nieuwe dure huis, de kinderen die hun eigen weg gaan. Met ingehouden adem las ik achter elkaar door. Een prachtig boek voor de liefhebbers van Elisabeth Jane Howard. Goed vertaald uit het Engels door Gerda Baardman.

The Fortnight in September – R.C. Sherriff

Een Engels gezin gaat elk jaar met de trein op vakantie naar Bognor. Voordat ze eindelijk op het station staan, ben je al drie hoofdstukken verder: de voorbereidingen, de treinreis zelf, het armoedige pension, je ziet het allemaal voor je. Er gebeurt eigenlijk niets in dit prachtige verhaal, maar de angsten, verlangens en de krampachtige pogingen om van de vakantie te genieten, maken deze gewone mensen heel bijzonder en zo herkenbaar. Het verhaal is negentig jaar geleden geschreven en is van alle tijden.

Luna – Pieter Koolwijk (vanaf 9 jaar)

Luna hoort stemmen en heeft last van tics. Haar ouders brengen haar naar Huize Hopeloos. Daar sluit ze vriendschap met Ties die niet alleen stemmen hoort maar ook zijn dode broer ziet en spreekt (lees ook Gozert). Op een dag besluit Luna’s moeder meer tijd met haar dochter door te brengen. Het wordt geen succes totdat ze accepteert dat Luna Ties en Gozert nodig heeft. Een verrassend boek waarin een echtscheiding tot slot een enorme opluchting is.

Vanaf hier kun je de hele wereld zien – Enne Koens (vanaf 8 jaar)

Deetje weet zeker dat ze geadopteerd is: van haar moeder moet alles recht en strak terwijl zij van los en springerig houdt. Langzamerhand realiseert ze zich ook dat er ergens een vader zal zijn op wie ze misschien meer lijkt. Als ze een brief op straat vindt van ‘iemand die iemand mist’, besluit ze de brief te gaan bezorgen aan de juiste persoon. Samen met haar twee vrienden komt ze meer te weten over haar moeder, haar familie en over zichzelf. Een warm en mooi verhaal!

Een zinvol leven – Fokke Obbema

‘Voegt dit boek iets toe aan de vorige bundel, De zin van het leven?’ vroegen sommige klanten. Het antwoord is: ja! Dit boek gaat over ‘de mens en zijn verhaal’. ‘Omdat ons verhaal helpt de chaos van het bestaan te bedwingen en zin in de chaos te vinden’ (Shanti Singh). 
Obbema schrijft in zijn slotessay zijn eigen levensverhaal, ook de zwarte bladzijden en laat de lezer dichtbij komen. Een boek vol troost en bemoediging.

Bethany en het beest – Jack Meggitt-Philips (vanaf 11 jaar)

Als het beest op zolder op een dag trek krijgt in een klein meisje, zit er voor Peregrinus niets anders op dan dat meisje te gaan zoeken, anders krijgt hij zijn wonderdrankje om eeuwig jong te blijven niet. Zonder problemen krijgt hij Bethany mee uit het weeshuis. Maar Bethany is niet zomaar een meisje en daar komen het beest en Peregrinus al snel achter.
Met veel humor geschreven én spannend, zielig en ontroerend.

Wij willen ook een kind – Mirella van Markus en Jorinde Benner

Toen Mirella van Markus en haar partner zwanger wilden worden ging dat niet vanzelf. Na de wens kwam de zoektocht en die is prachtig en persoonlijk beschreven in dit boek. Vanuit haar wens, ging Van Markus op onderzoek uit wat er allemaal mogelijk is op dit gebied. Iedereen komt aan het woord: draagmoeders, donorvaders, partners en de kinderen zelf. Ook als je al kinderen hebt zijn het verhalen vol herkenning over liefde en verlangen. Een wegwijzer voor moderne families.

Edith

Matrix – Lauren Groff

Zoals Marie de France op haar strijdros de huiskamer van een erfpachtboerderij (met achterstallige betaling) binnen dendert, zo denderde dit boek mijn eindejaarslijstje binnen. Matrix omvat het fantastische, wervelende levensverhaal van de twaalfde-eeuwse Marie de France, die van het Franse hof wordt weggestuurd wegens te lelijk en niet uit te huwelijken, en op haar zeventiende de leiding krijgt over een noodlijdend klooster in Engeland. Marie heeft weinig op met het geloof en wil niets liever dan ‘deze gevangenis van vlees in dit ellendige drassige stinkende oord verlaten’, maar ze heeft ook medelijden met de scharrige nonnen die in diepe armoede leven. Waar ze kan stelt ze orde op zaken, ze leert de nonnen hoe ze forellen moeten vangen en haalt de bezem door de boekhouding en langzaam, jaar na jaar, komt de abdij op krachten. Aangejaagd door de visioenen van Marie bouwen de nonnen de abdij eigenhandig uit tot een welvarend oord waar vrouwen veilig zijn en durven vertrouwen op eigen kracht.
Groff bouwde een monument voor deze eigenzinnige Marie de France met een levendig tijdsbeeld als fundament, fonkelende zinnen als steunberen, en dikke muren, opgetrokken uit sappige anekdotes. Het pleisterlaagje is van vertaler Lucie Schaap die formidabel werk leverde. Een feest van een boek, een heel groot feest.

Twee weken weg – R.C. Sherriff & Laat de wereld achter – Rumaan Alam

Deze twee boeken las ik toevallig achter elkaar en ze werkten zo op elkaar in dat ik ze niet meer los kan zien van elkaar. Twee weken weg is het vakantieverhaal van een middenklassegezin dat al twintig jaar naar hetzelfde eenvoudige pension gaat. Alles is tot in de puntjes uitgedacht en voorbereid, het wegbrengen van de kanarie is het grootste stressmoment, maar o, wat was het heerlijk meedeinen op de kalme kabbelingen van dit bescheiden gezin dat geniet van het bekende en elke verrassing voorblijft. 
Negentig jaar later schrijft Alam ook over een gezin op vakantie, nu een rommelig, semi-intellectueel gezin met iets meer geld dat een veel te duur vakantiehuis huurt ver buiten bereik van de straalzenders. Als er plots een ouder echtpaar opduikt dat beweert de eigenaar van het huis te zijn en op zoek is naar een veilige plaats na een black-out in New York te zijn ontvlucht, wordt de boel op scherp gezet.
Waar bij Sherriff elke dag de zon omarmd wordt, trekt bij Alam het duister langzaam op. Laat de wereld achter legt bloot waar het in de negentig jaar na Twee weken weg mis is gegaan met de mensheid. Het is aan u de gewenste volgorde te bepalen.

De belofte – Damon Galgut & Aleksandra – Lisa Weeda

Nog een duo: twee boeken over twee gebroken landen. Galgut schreef een meer dan scherpe roman over een wit boerengezin in Zuid-Afrika. Het is allerminst een geschiedenisboek, maar tussen de regels lees je de uitwerkingen van het apartheidsregime, de onlusten, de onzekerheid van het bestaan. Doordat Galgut op vrij magistrale wijze steeds van perspectief wisselt, zit je als lezer op de eerste rang: je ziet en hoort alles, weet wat de personages echt denken en krijgt het commentaar van de schrijver erbij cadeau. Onrustig is het, maar spijkerhard en scherp, echt een ‘ervaring’.
Het is altijd gevaarlijk om boeken met elkaar te vergelijken, maar toch zag ik veel parallellen tussen het boek van Galgut en het debuut van Lisa Weeda: Aleksandra. Ook zij giet de geschiedenis van een verscheurd land (Oekraïne in haar geval) in fictie, in een poging die geschiedenis dragelijk te maken. Aleksandra is Lisa’s grootmoeder die in 1942 vanuit Oekraïne werd gedeporteerd en in Duitsland te werk werd gesteld. Ze belandde uiteindelijk in Nederland en kon pas terug naar haar vaderland toen haar vader al was overleden. Bedwelmend knap vervlecht Weeda heden en verleden. Aleksandra is een sprookjesachtige vertelling over veerkrachtige mensen. Dapper en meeslepend.

De gelukzalige jaren van tucht – Fleur Jaeggy & Dit soort kleinigheden – Claire Keegan

Behalve dat beide boeken slechts 100 pagina’s beslaan en laten zien dat size doesn’t matter, hebben ze geen andere overeenkomst dan dat ze allebei bloedmooi zijn en een bepaalde tijdloosheid herbergen.
De verteller van Jaeggy groeit op in een streng internaat, waar een obsessie voor een van de medebewoners haar dagen nog wat kleur geeft. Met een soort achteloze precisie vertelt Jaeggy het verhaal van deze vriendschap die niemand in de koude kleren gaat zitten. Adembenemend goed.
Het boek van Keegan las ik ook vrijwel ademloos uit (wat bijna lukt met 100 pagina’s). Het speelt zich af in een straatarme Ierland waar Bill Furlong er alles aan doet zijn gezin en zijn werknemers goed te onderhouden. Als hij op kerstavond een speciaal bezoek aflegt aan het plaatselijke klooster doet hij een ontdekking die hem niet meer loslaat en tot daden aanzet. Een verhaal zo rijk dat je bijna niet gelooft dat het boek zo dun is.

Ik hou van je maar ik kies het duister – Claire Vaye Watkins

Bij het ter perse gaan van deze nieuwsbrief heb ik dit boek nog niet uit, maar ik vind het zo onthutsend goed dat ik het toch vast wil noemen. Claire is de dochter van Paul Watkins, lid van de Manson Family. In dit boek rekent ze af met haar jeugd, haar afkomst, haar eigen moederschap, met alles eigenlijk. Het is rauw, nietsontziend en gedurfd, ik vind het zo verschrikkelijk goed dat ik het nauwelijks kan bevatten.

Een kleine geschiedenis van de wereld aan de hand van schapen – Sally Coulthard

En dan nog iets lichtere kost om mee af te sluiten. De komende weken mag u weinig bezoek ontvangen en tegen de tijd dat het kerst is, zit u wellicht verlegen om wat goede gespreksonderwerpen omdat alles wel zo’n beetje besproken is met de huisgenoten. Lees dan dit boek en u bent verzekerd van de beste weetjes om het kerstdiner op te luisteren. Stiekem ben ik stikjaloers op Coulthard die zich zo heeft laten gaan in haar obsessie voor die makke blaters dat ze het voor elkaar krijgt om werkelijk de hele wereldgeschiedenis aan elkaar te breien, van lammetjes die borstvoeding krijgen, tot de uitvinding van de schaar en gecodeerde breipatronen. Wat een leuk boek.

Marijke

Twee weken weg – R.C. Sherriff

Dit boek, over een gewoon gezin, dat gewoon op vakantie gaat, is op zo’n manier geschreven dat je er als lezer heel erg bij bent, en mee gaat leven. Je wordt deelgenoot gemaakt van alle aarzelingen, overwegingen en gedachten van alle gezinsleden, je zit echt ín hun hoofden. Hun bescheidenheid is bewonderenswaardig, het tijdsbeeld prachtig.

Al onze jaren – Katty Page

Al onze jaren beslaat het hele huwelijksleven van Harry en Evelyn Miles: hun ontmoeting, hun ontluikende vriendschap op school, de eerste zoen, de verloving, hun trouwdag, de geboorte van hun drie dochters. Ook dit boek is dicht op de huid geschreven, je leeft enorm mee met deze mensen die er het beste van proberen te maken. Harry en Evelyn blijven samen, maar hun gevoelens veranderen in de loop van de tijd. Heel boeiend en goed geschreven.

Het verhaal van William – Elisabeth Strout

Dit is Strouts derde boek over Lucy Barton en ook nu weer schrijft Strout meanderend, zoals je gedachten gaan. Barton vertelt over haar eerste man, William, met wie ze na de scheiding een hechte vriendschap opbouwt. Er gebeuren dingen in zijn leven die hem bij zijn verleden en zijn moeder Catherine brengen. Ook hun dochters Chrissy en Becka zijn heel betrokken. Dit boek is intens en vooral prachtig door al het niet-gezegde.

Igor

De belofte – Damon Galgut

De bedoeling is dat ik op deze plek goede boeken tip. Het liefst boeken die nog niet zoveel aandacht hebben gehad, zodat ook de verstopte parels wat aandacht krijgen. Om dan te beginnen met de winnaar van de Booker Prize voelt wat laf, maar soms heeft een vakjury het bij het juiste eind en kan je je daar als gewone sterveling het beste maar bij aansluiten. 
De belofte is het knapste boek dat ik dit jaar heb gelezen. Normaal gesproken wissel je in een boek wel eens van vertelperspectief om de ervaring van de ander goed mee te krijgen, maar Galgut doet dit bijna elke pagina. Bovendien beperkt hij zich niet tot een paar personages, maar krijgen we een duidelijk beeld van iedereen die op een of andere manier bij de familie Swart betrokken is (en natuurlijk ook de familieleden zelf). De familieleden leven – en sterven – in een veranderend Zuid-Afrika over een tijdspanne die loopt van de laatste jaren van de Apartheid tot het heden. In die periode lijkt frictie het kernwoord te zijn: frictie over hun nieuwe relatie tot het land, frictie met elkaar (echt een vrolijk gezin is het niet) en natuurlijk frictie over de titel: er is een belofte gedaan en aan je belofte moet je je houden. De frictie (de laatste keer dat ik het woord gebruik) maakt dat het boek geen gezellige familieroman is, maar wel een pijnlijk goed tijdsbeeld en een bijzondere proeve van bekwaamheid.

Verwilderd – Richard Powers

Ik beloof bij dezen dat ik niet de hele shortlist van de Booker Prize integraal overneem, dit is echt de laatste. 
Verwilderd is het emotioneelste boek dat ik dit jaar las. Die emotie had twee verschillende redenen. Ten eerste heeft het plot van Verwilderd een flinke dosis sentiment: een vader (Theo) wordt geconfronteerd met het feit dat zijn opgroeiende zoon bijzonder is. Robin is hyperintelligent, gevoelig en door onze maatschappij onmiskenbaar gecategoriseerd op een spectrum. Het helpt niet dat zijn moeder is overleden, hij op school geen aansluiting vindt en hij doorheeft dat de natuurlijke wereld zoals we die kennen aan het verdwijnen is. Door een neurofeedbacktherapie die nog in de experimentele fase zit kan hij op een bijzondere manier in contact komen met de emoties van zijn dode moeder, die activiste was. Daardoor wordt Robin een ander kind: hij komt op voor de uitstervende diersoorten, gaat protesteren en stelt de prangende klimaatvraag: waarom doen we hier niks aan?
Dat kan klef worden, maar Richard Powers weet de verhaallijn knap te combineren met zijn kwaliteit om natuur en mens te beschrijven. Bij de natuurpracht die hij beschrijft speelt de band die de mens heeft met deze schoonheid altijd een rol. Die band is emotioneel (ziehier de tweede reden die u nog tegoed had), zintuigelijk en vaak ook bijna transcedent. Robin leert je kijken naar de boom in je tuin en je af te vragen: hoe leven wij?

Het recht van de snelste – Thalia Verkade & Marco te Brömmelstoet

Van de immense kracht van de natuur is de overgang naar honderden doden per jaar door het geweld van de auto misschien wat hard, maar desondanks niet minder nodig. Omdat het precies is wat Verkade en Te Brömmelstoet met het non-fictieboek Het recht van de snelste willen bereiken: je laten zien dat het absurd is dat we accepteren dat de auto een allesbepalende en levensgevaarlijke kracht is in ons verkeer.
Dus neemt journalist Verkade je mee op haar reis (het mantra van De Correspondent) in de wereld van instanties, formules om uit te rekenen hoeveel doden er vallen bij 10 km/u harder rijden en het aantal parkeerplekken per woning. Aan alles wordt gedacht in autoland, alleen wie denkt er nog aan de voetganger? Auto’s worden steeds groter en de kans dat een voetganger of fietser een verkeersongeval overleeft wordt daarmee steeds kleiner. Ook als fietser ben ik me door dit boek bewuster geworden van mijn rol en vooral verantwoordelijkheid in het verkeer. En ik probeer bij elke plek te denken: is dit een ruimte voor auto’s of zouden we hier beter af zijn zonder? Het recht van de snelste was daarom het overtuigendste boek dat ik dit jaar las.

Drie mannen en een stoel – Christian Oster

Soms moet je gewoon een boek oppakken. Geen grote verwachtingen of eigenlijk überhaupt geen verwachtingen koesteren.
Natuurlijk was ik bekend met het fonds van uitgeverij Vleugels. Veel pareltjes uit de wereldliteratuur, die vaak best hermetisch ogen – de vormgeving versterkt dat gevoel. Toen ik aan Drie mannen en een stoel begon had ik dus wel een klein beetje een idee waar ik aan begon. Maar dat het mijn grappigste boek van het jaar zou zijn, had ik niet aan zien komen.
De titel van het boek geeft natuurlijk al een hint van absurdisme, maar dat ik echt een heel boek zou lezen hoe drie mannen vanuit Parijs een stoel naar Corsica gaan brengen, was beter dan ik had durven dromen. De mannen, Serge, Marc en Cyril kennen elkaar eigenlijk niet zo goed, maar gaan toch met zijn drieën een ‘road trip’ maken om een stoel naar Marie, de ex van Serge, te brengen. Gedurende de reis krijg je het een en ander geserveerd: rake observaties, kolderieke gesprekken en momenten die willekeurig ogen (en dat vaak ook zijn). Dat maakt dit boek zo goed (en Oster zo’n goede schrijver): de willekeur is overal, het leven overkomt ons en we maken er wat van, met best wat humor. En dan pogen we de emotionele wendingen aan te kunnen – of heel hard weg te rijden.

Bijna een vader – Alejandro Zambra

Bijna een vader het boek met de beste sfeer dat ik dit jaar las. En met sfeer bedoel ik hier niet per se gezelligheid (hoewel die er ook zeker is), maar de manier waarop Zambra de lezer mee laat delen in liefde, lust, volwassenwording, pijn, afscheid en dichterschap. Want bij elke gebeurtenis in het boek leef je mee met Carla (moeder), Vicente (zoon) en Gonzalo (de bijna-vader) en waan je je het vierde familielid. Na een periode van negen jaar komen voormalig jeugdgeliefden Gonzalo en Carla weer in elkaars leven. De gescheiden Carla heeft dan al een zoon, maar Gonzalo twijfelt geen moment en sluit zich aan bij de twee. Hij moet nieuwe zijn rol als vader vinden, ijken en herijken. Zambra speelt met het vertelperspectief, zoomt soms uit met een kleine beschouwing over het geluk van het gezin en halverwege de roman zien we het leven plots vanuit Vincente. Die moet zich als kind eerst positioneren in de nieuwe gezinsrelaties en daarna in het leven. De (Chileense) poëzie speelt daarbij een belangrijke rol, in zijn eigen leven en in de relatie met zijn vader. Bijna een vader wordt daardoor familieroman en bildungsroman ineen, die bovendien zeer enthousiasmeert om meer poëzie te gaan lezen.

Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde – Mona Høvring

Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde is het boek met de meeste inleving dat ik dit jaar las – en vooruit, ook het boek met de beste titel.
Høvring verstaat de kunst een wereld op te roepen en de lezer zich gelijk met twee zussen in een Noors kuurhotel te laten bevinden. Ella en Martha zitten daar vanwege de psychische situatie van Martha, die op doktersadvies rust moet houden. Ella is meegegaan met Martha, maar al snel wordt duidelijk dat de relatie symbiotisch is, maar niet houdbaar. De dynamiek tussen de zussen speelt een belangrijke rol in het verhaal, maar meer in het algemeen de verhouding tussen gebeurtenissen, herinneringen en emoties. Die worden gevangen in krachtige taal. De stijl van Høvring is poëtisch, maar niet zwierig. Ze schrijft in korte zinnen, die naadloos in elkaar overlopen. De sfeer die ze oproept is melancholisch, overdenkend, soms een tikje heimelijk. En uiteindelijk uitbrekend. Als lezer krijg je eerder te weinig dan te veel informatie, maar precies zo dat je achterblijft met de vraag wat er nu allemaal klopte. En dan kan je nog even broeden op een titelverklaring. Gelukkig is dat niet van het hoogste belang en ben je gewoon blij dat je kennis hebt gemaakt met een deel van het universum en de taal van Høvring.

Anja

Mist – Eric Corton

Mist is het romandebuut van Eric Corton. Dat hij kan schrijven heeft hij al laten zien met zijn verhalenbundels. Het gaat over een filmmaker wiens leven al vanaf zijn jeugd met alcohol doordrenkt is. Na de première van de eerste film waarvoor hij zelf het scenario schreef, stapt een jonge vrouw op hem af die beweert dat de film over de onopgeloste moord op haar moeder gaat. Louis begint te twijfelen aan zijn eigen verhaal en aan zijn benevelde herinneringen. Maar de roman is meer dan een pageturner: dementerende ouders en de bijhorende zorgen, de relatie met zijn broer en zijn zoon, het steeds weer heil zoeken in de drank: al deze gegevens zorgen ervoor dat het boek nog lang bijblijft nadat je het uit hebt. Ik kijk uit naar zijn volgende roman!

Het grote heksenboek – Kathleen Vereecken en Charlotte Severeyns 

Ik had als kind al een fascinatie voor vampiers, heksen, weerwolven en geesten en las alles wat ik over deze onderwerpen vinden kon. Inmiddels lees ik meestal boeken over andere onderwerpen, maar toen mijn oog op dit prachtige boek viel moest ik het meteen aanschaffen. Het grote heksenboek gaat over witte en zwarte magie, de geschiedenis van de heksenjacht, de vooroordelen over heksen, hun kracht en hun katten: kortom over alles wat je wilt weten over heksen. Voor mensen en heksen vanaf een jaar of negen.

Martijn

The Midnight Library – Matt Haig

Wat als je de kans krijgt om je leven over te doen? Op elk mogelijke manier? In The Midnight Library staat het hoofdpersonage voor deze mogelijkheid, na zelf een eind gemaakt te hebben aan haar leven. Het is een duister uitgangspunt, maar het verloop biedt tal van prachtige en hoopvolle momenten. De levens die worden overgedaan, vallen allemaal samen en tonen de complexiteit van het leven op een uitzonderlijke manier. Ik was vanaf het begin helemaal gegrepen door de filmische vertelstijl en het lonkende plot.

Roedel – Guido van Hengel

Vastgeklemd tussen twee werelden was de Balkan lange tijd het ‘kruitvat’ van Europa, met tal van verschillende volkeren en nationaliteiten, onderlinge rivaliteit en inmenging van buitenlandse krachten. Guido van Hengel ontleedt deze geschiedenis op een nogal eigenzinnige manier: door onderzoek te doen naar de (straat)honden van Joegoslavië. De honden, en de manier waarop naar deze honden gekeken wordt, geven een uniek perspectief op een decennialange geschiedenis. Het resultaat is bijzonder intrigerend.

Piranesi - Susanna Clarke

Het lijkt wel een droom. Een griezelige, spannende droom. En nog nooit, voor mij althans, werd een droom zó écht naarmate de droom voortzette en moeiteloos samensmolt met de echte wereld. We volgen Piranesi, maar dat is waarschijnlijk niet zijn echte naam. Hij woont in het Huis. Een woeste plek met allerlei ruimtes waar gevist, geklommen en ontdekt kan worden. Het kent enorme stormen en staat vol met beelden. Samen met Piranesi is er maar één andere persoon en de hints naar een derde passant. Aan de hand van de dagboeken van Piranesi word je als lezer volledig deze wereld in gezogen, en vallen de puzzelstukjes gaandeweg op hun plaats. Mede door de goede vertaling van Jacqueline Smit vond ik dit een geweldig boek.

Revolusi – David Van Reybrouck

Vooralsnog zal Revolusi niet wijken van mijn lijst met aanraders. Zelden lees je zo een compleet en leesbaar naslagwerk. De vlotte pen van Van Reybrouck en de scherpe historische inzichten, maken dit een buitengewoon werk, waar iedereen nog veel van kan opsteken. Het opent een geheel nieuwe wereld aan perspectieven en is een fantastische geschiedenisles, van kop tot staart. De Indonesische Onafhankelijkheid wordt voorzien van talloze lagen. Het is een confronterende geschiedenis, maar ook enorm krachtig en boeiend.

Wij zijn de stad – Floor Milikowski

Wat maakt de stad een stad? Het is een trend in stedelijk denken waarbij nog altijd te weinig stilgestaan wordt bij het menselijke aspect. Decennialang hebben economie en ruimtelijke planning de boventoon gevoerd, met alle gevolgen van dien voor de mensen in de buitenwijken van de stad. Gentrificatie en de oplopende kansenongelijkheid maken de stad voor velen slecht bewoonbaar en dat heeft extreme gevolgen. Hoe kunnen we dit tegengaan? Volgens Milikowski, ten eerste, door te praten met de mensen op wie beleid daadwerkelijk slaat. Een sterk en verhelderend betoog.

Crossroads – Jonathan Franzen (verheugboek)

Tot slot het boek waarop ik me heel erg verheug: de nieuwe Jonathan Franzen. Inmiddels ben ik al een goed eind op weg in zijn boek uit 2001, The Corrections, om bekend te raken met zijn werk. Wat naar voren komt, en mij ook erg nieuwsgierig maakt naar Crossroads, is de manier waarop de alledaagsheid der dingen zo prachtig gevat worden in zinnen en dialogen, dat je in nog geen pagina helemaal verbonden bent met de levens van de hoofdpersonages. De moderne en menselijke invalshoek geven ruimte om na te denken over de grotere implicaties en oorzaken van bepaald handelen. Het zit erg goed in elkaar..

Jeanine

Licht op Lissabon – Harrie Lemmens

‘Toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u bent.’
Wie dat als eerste zei, kan ik niet achterhalen. Het is een uitspraak die ik geregeld hoor en die me vervolgens een unheimisch gevoel in mijn onderbuik oplevert. Het zal niet snel in me opkomen bezoek voor mijn boekenkast te posteren om zo een beter beeld van mezelf te geven. Het liefst hang ik er een lap voor, want… er is geen peil op te trekken. Met mij (en mijn boekensmaak) schiet het namelijk alle kanten op. 
Gelukkig is mijn leeskeuze vaak ook wél te verklaren. Zo lees ik graag boeken die zich afspelen in landen waar ik weleens geweest ben en die mij niet loslaten en dus een honger naar méér teweeg brengen.
Zo las ik afgelopen jaar met ontzettend veel plezier het in 2019 met de Boekhandelsprijs bekroonde Onder de Paramariboom van Johan Fretz. Ook dwaalde ik eindeloos met Harrie Lemmens (vertaler van vrijwel alles wat in het Portugees verschenen is/verschijnt) door het mij altijd lonkende Lissabon.
In Licht op Lissabon doet Lemmens je als lezer een snelcursus Lissabon (‘doe het vooral rustig aan’) cadeau. Deze ‘bijbel’ is zo veelomvattend dat ik het bijna de perfecte reisgids zou noemen, ware het niet dat ik afdwaalde op momenten dat de taal me een beetje te macho werd of het gekozen onderwerp te ver van me afstond. Enige voorkennis of voorliefde voor de stad wordt wel verondersteld.

Terloops-reeks Uitgeverij Van Oorschot

De grote ronde – Thomas Rosenboom (Amsterdam)
Bergje – Bregje Hofstede (Dolomieten)
Je keek te ver – Marjoleine de Vos (Gronings platteland)
Wat er werkelijk is – Nelleke Noordervliet (Zuidwest-Ierland)
De 3 bestaat niet – Gerbrand Bakker (De Eifel)
De groef – Maartje Wortel (Het Oosterpark, Amsterdam)
Gods wegen – Marijke Schermer (van klooster naar klooster in Brabant)
De Om – Willem Jan Otten (De Sloterplas , Amsterdam)

Ik wandel graag en dat is dan weer terug te zien in alle pareltjes uit de Van Oorschot Terloops-reeks die ik heb gelezen. In deze reeks staat het ‘lopen om te lopen’ centraal. En bij lopen blijft het niet; er wordt herinnerd, gemijmerd, kou geleden, er worden knopen doorgehakt en natuurlijk, anders loop je niet, genóten.

Geen tijd te verliezen – Jeanne Bieruma Oosting 1898-1994 – Jolande Withuis

Wat een genot was het om te lezen over het fascinerende en ook inspirerende leven van de tot voor kort mij onbekende kunstenares Jeanne Bieruma Oosting.
Een moedige en talentvolle vrouw, afkomstig uit een geprivilegieerd milieu, die tegen de klippen op haar eigen koers vaart. Ze wilde, in een tijd en een milieu waarin dat hoogst uitzonderlijk was leven, of beter gezegd, werken als een kunstenares. De prijs is hoog, maar de honger naar en de noodzaak van de kunst wegen zwaarder.
Dompel je onder in een eeuw uitzonderlijk vrouwen- en kunstenaarsleven.
Ik kijk nu al uit naar de tentoonstellingen die vanaf april volgend jaar op vijf verschillende plekken in Nederland te zien zijn.