Onze vakantietips 2022

Wandellezen

Het huis waarin ik nu woon deel ik met een paar slakken. We houden rekening met elkaar, de slakken en ik. Zo kom ik ’s nachts niet in de keuken en als ik eens heel vroeg opsta, kondig ik mijn komst luidruchtig en met veel licht aan. Ze verdelgen of verjagen doe ik niet – zij waren hier eerst. Meestal zie ik niet meer van ze dan hun trage sporen, maar heel af en toe komen we elkaar tegen. Er zijn mensen die ervan gruwen (mijn kinderen), maar ik moet lachen als er een slak uit het overlooproostertje van de gootsteen kruipt en zeg hallo. Wat ze precies uitspoken weet ik niet, in elk geval niet de restjes broccoli uit het afvoerputje opknabbelen (helaas).
Als ik er eentje tref, sta ik even stil en kijk naar hoe de slak gestaag voortglijdt en als ik mijn blik ook maar even afwend, is ie soms ineens uit beeld, weg, opgelost in het niks (waar blíjven die beesten?!). Als slakken ergens goed in zijn, is het wel in onverstoorbaar hun weg afleggen en alles wat op hun pad komt onderzoeken, nemen zoals het is en dan weer door. Daar kunnen wij nog wat van leren. Niet bij voorbaat afhaken omdat een klus te groot lijkt, of in paniek raken, maar gewoon: stoïcijns doorgaan met waar je aan begonnen bent. Je niet te veel laten afleiden en in je eigen tempo doorgaan. Uiteindelijk kom je dan dus ergens en als je een beetje goed stuurt, kom je precies daar waar je wilt zijn. Je kunt deze leer toepassen op grote opdrachten, een lange wandeling, de was en op boeken. Huizenhoog opzien tegen een dik boek? Niet nodig, gewoon beginnen en doorlezen tot het uit is. Opzien tegen welk boek dan ook? Hoeft niet meer, meters maken, niet te veel af laten leiden en voor u het weet bent u net voor onze eindejaarslijst door onze zomertips.
Slakken beginnen ook klein, dus mocht u nog wat opstartproblemen hebben, oefen dan eens met een boekje uit de Terloops-reeks van uitgeverij Van Oorschot. Die passen in een jaszak en u leest ze in één wandeling uit. 
Wij lazen dit voorjaar gestaag door en verzamelden onze fijnste zomerboeken, stuk voor stuk geschikt om u mee te voeren en na niet al te veel afleiding, ergens aan het eind weer af te zetten.

We wensen u een lange, langzame zomer.

Edith
 

Jeanine

Oh William! (Het verhaal van William) – Elizabeth Strout

Ik begon dit jaar goed met het fijne liefdevolle én sterke Oh William! van Elizabeth Strout. Ik heb meer van haar boeken gelezen en telkens is het fijn om bij haar terug te keren. Dit boek gaat over de relatie tussen Lucy en haar ex William. Ik hou van Strout omdat ze altijd aandacht blijft houden voor het alledaagse, naast de grote thema’s. In dit boek zijn dat het verleden en het proberen te doorgronden van andere mensen en jezelf. En dat heeft een kleine maar ook grote roman opgeleverd.
 

1000 jaar vreugde en verdriet – Ai Weiwei

De sprong naar 1000 jaar* vreugde en verdriet is een grote, maar dát vind ik juist het magische van al dat lezen. 
De 64-jarige inmiddels in Portugal wonende Chinese kunstenaar Ai Weiwei beschrijft een eeuw Chinese (familie-)geschiedenis. Het begint bij de geboorte van zijn vader, de dichter Ai Qing , in 1910. Via de beschrijving van diens en zijn eigen leven krijgen we een beeld van hoe het was en is om Chinees staatsburger te zijn. En net zoals de Russische geschiedenis ons laat zien, was en ben je je in China ook nooit zeker van je zaak. Ook al ben en blijf je hetzelfde, Het Systeem kan beslissen dat je de ene keer een Held van het Volk bent en een paar jaar later wordt verguisd. Of andersom. Zo ook in Ai Weiweis familiegeschiedenis. Net zoals zijn vader is Ai ontzettend tegengewerkt (= understatement) in zijn kunstenaarsbestaan en moest hij helaas zijn, ondanks alles, geliefde vaderland verlaten. 
En natuurlijk en gelukkig gaat het in dit boek ook altijd weer over het maken van Kunst. De noodzaak ervan. De dichtkunst van zijn vader en zijn eigen, altijd zeer geëngageerde want activistische werk.
*De duizend jaar uit de titel slaat op een gedicht van zijn vader.

Aleksandra – Lisa Weeda

‘Nu al het beste boek van dit jaar’ schreef ik eind januari op een tipbriefje en stopte het in het bovenste exemplaar van de Aleksandra-stapel in onze winkel. Zo zwaar was ik onder de indruk van dit boek, waarover inmiddels al héél veel gezegd en geschreven is. Daar wil ik alleen nog dit ene citaat aan toevoegen. Overgrootvader Nicolai zegt het volgende over Lisa’s  grootmoeder Aleksandra: ‘Je oma is opgegroeid in stilte. In een bad van zwijgzaamheid. We hebben dat aan haar overgedragen. We deden dat voor onze veiligheid, zwijgen.’
Door Aleksandra werd mijn interesse in de recente Russische geschiedenis aangewakkerd. In onze eigen uitverkoop stuitte ik op het nog steeds verkrijgbare boek: Onderdrukt door de Verlosser, een zoektocht naar Stalins erfenis in het Rusland van nu van Hester den Boer. In 2009 reisde de auteur zes maanden door Rusland en bezocht voormalige goelagkampen en ballingsoorden in Siberië. Ze sprak met oud-gevangenen, met nabestaanden die nog steeds niet weten wat er met hun familie is gebeurd en met onderzoekers van de Stalin-terreur die nu worden vervolgd. Hoe kan het dat mensen een leider blijven vereren die miljoenen mensen de dood in stuurde? Waarom wint Stalin juist nu aan populariteit en welke parallellen zijn er met het heden?
De laatste bladzijde las ik op 23 februari dit jaar. Daags erna was het oorlog.
 

Het brilletje van Tsjechov – Michel Krielaars

In een poging ‘de boel’ van binnen onder controle te houden dook ik steeds verder in de Russische/Sovjetgeschiedenis. Het brilletje van Tsjechov hielp me daarbij. En ook al werd de situatie buiten steeds grimmiger, mijn blikveld won aan helderheid en bracht iets meer innerlijke rust. Maar daar win je geen oorlog mee…

Eiland Oost – Carolien van Welij

Wat een troost om te merken dat ook en misschien wel juist de kleine verhalen zo effectief kunnen zijn. Carolien van Welij schreef met Eiland Oost een ode aan ons mooie stadsdeel. Na ieder verhaal voel ik me weer een beetje opgetild. ’n Heus pleidooi: hier is het óók mooi. Als je maar wilt kijken.

Veranderen: methode – Édouard Louis 

Zojuist sla ik Veranderen: methode van Édouard Louis dicht.
Édouard Louis, die al een aantal succesvolle boeken heeft geschreven die zijn jeugd in het kansarme, achtergestelde Noord-Frankrijk belichten, schrijft in dit boek recht uit het hart hoe hij zich aan dat verstikkende milieu, waarin hij niet kan zijn wie hij is, onttrekt en hoe De Schrijver in hem wordt geboren. 

Mieke

Waar gezongen wordt – Shula Tas

Dit is het verhaal van Shula die na haar afstuderen aan het conservatorium stopt met zingen. ‘Waar gezongen wordt is leven’ had haar vader eens gezegd toen hij vertelde over zijn moeder Frieda die tijdens de oorlog bleef zingen, maar dat na de bevrijding niet meer kon. Shula gaat op zoek naar het verleden in de dozen spullen die ze na de dood van haar ouders op zolder heeft gezet. Ze laat alles door haar handen gaan en verdiept zich in de familiegeschiedenis om zo haar eigen stem weer te vinden. Een klein boek met een groot verhaal en heel mooi geschreven.

Geen tijd verliezen – Jeanne Bieruma Oosting 1898-1994 – Jolande Withuis

Jolande Withuis schreef een prachtige biografie over Jeanne Bieruma Oosting en zorgde ook dat er deze zomer in een vijftal musea exposities te zien zijn van het werk van Oosting, onder andere in Zutphen en in Almen. Van harte raad ik het boek én het uitstapje aan. Jeanne Bieruma Oosting was een bijzondere vrouw die ondanks de tegenwerking van haar vader erin slaagde om voor en van de kunst te leven. De verwachting van haar ouders – adel trouwt met adel – was zo’n schrikbeeld voor Jeanne dat ze met enorme drang en ongeduld zich wilde bewijzen. Ze schilderde het liefst interieurs, maar maakte ook landschappen, portretten en stillevens. In Parijs leerde ze de techniek van etsen waardoor ze ook moest oefenen in geduld, maar geduld had ze weinig: ze ging niet op bezoek en verdeed geen tijd aan nutteloze zaken. Wat een bijzondere vrouw en wat een geweldig boek.

Vaderskind – De oorlog van Renate Rubinstein – Hans Goedkoop

Hans Goedkoop werkt al jaren aan de biografie van Renate Rubinstein. Vaderskind is een voorproefje daarvan en vertelt vooral over de band van Renate en haar vader. Het gezin Rubinstein komt voor de oorlog vanuit Duitsland naar Amsterdam. Haar vader heeft een goedlopend bedrijf en tot het einde toe is hij bezig zowel zijn bedrijf als zijn geld over te brengen naar Engeland en later naar Amsterdam. In Amsterdam wordt hij tijdens de oorlog opgehaald en een van de soldaten belooft Renate: ‘Der Vati kommt bald wieder.’ Hiermee wordt de kiem gelegd voor een leven lang wantrouwen. Want hij komt niet terug. En Renate gelooft nooit meer iemand. In een aflevering van de documentaireserie ‘Het Uur van de Wolf’ vertellen verschillende familieleden en vrienden over Renate en over haar scherpe columns en observaties (en wat heeft ze gelijk gekregen als het om Rusland en China gaat!). Laat de biografie maar snel komen.

Gaston – Kelly Dipucchio (vanaf 3 jaar)

Dit verhaal gaat over mevrouw Poedel en haar schattige puppy’s. Drie puppy’s lijken precies op elkaar, maar de vierde is een buitenbeentje. Hij is een stuk groter dan de andere en is ook veel drukker. In het park komen ze de familie buldog tegen die ook een buitenbeentje bij zich hebben. De moeders besluiten om de puppy’s te ruilen zo hebben ze allebei vier dezelfde hondjes. Het ziet er goed uit, maar het voelt niet goed. En wat is nu het belangrijkste?
Vol humor geschreven over anders-zijn en familie.

Marijke


Lieve mensen,
Mijn laatste bijdrage aan onze nieuwsbrief. Ja, ik ga met pensioen, mijn carrière bij Linnaeus Boekhandel zit erop.
Graag wil ik u bedanken voor al de fijne, warme, grappige, terloopse en persoonlijke gesprekken in de winkel. U komt voor een boek of een kaart en er gebeurt zoveel meer.
Ik heb met heel veel plezier bijna achttien jaar in deze heerlijke boekhandel gewerkt, met een familie aan collega’s en zoveel fijne klanten, boekliefhebbers en andere mensen die onze winkel bezochten.
Ik stap nu uit het werk in de winkel, maar kom natuurlijk wel als ‘mens’ langs. En wie weet komen we elkaar dan weer tegen in Linnaeus Boekhandel.
Heel hartelijk dank voor het vertrouwen en het contact. En dank voor de lieve en persoonlijke reacties die ik kreeg.

Het Zustertapijt – Lars Mytting

Dit is het tweede deel van de Zusterklokken-trilogie.
Het is 1903 in Butangen, een fictief dorp in het ontoegankelijke Gudbrandsdal in Zuidoost-Noorwegen. We keren na tweeëntwintig jaar terug naar dominee Kai Schweigaard en Jehans, de zoon van Astrid Hekne. Jehans is nu volwassen en verstoten door zijn familie. Hij pacht een armoedig boerderijtje van zijn oom Osvald, die hem uitbuit, en hij leeft van vissen en de rendierjacht. Als hij op een ochtend een rendierbok schiet en daarbij een Engelse jager, Victor Harrisson ontmoet, verandert het leven van beide mannen ingrijpend.
Dominee Kai Schweigaard speelt een overkoepelende rol. Hij wil van zijn schuldgevoel over het scheiden van de Zusterklokken (deel 1) verlost worden en gaat op zoek naar het Zustertapijt, geweven in de zeventiende eeuw door de Siamese tweeling Halfrid en Gunhild Hekne. Een ingenieus geweven tapijt vol symbolische voorstellingen en met voorspellende kracht, ook over de toekomst van Jehans en Victor.
Het verhaal is zowel een familiesaga als een historische roman, die zich afspeelt in de eerste helft van de negentiende eeuw en in de Eerste Wereldoorlog. Mytting schrijft gedetailleerd en met inlevingsvermogen over het leven op het platteland, de gewoonten en tradities, de oude ambachten en technieken, de rendierjacht, de armoede en over de nieuwe ontwikkelingen en technieken die het leven veranderen.
Een meeslepend en sfeervol Noors verhaal, vol gebeurtenissen, om je heerlijk in onder te dompelen.

Een geest in de keel – Doireann Ní Ghríofa

Een jonge schrijfster (misschien wel Doireann Ní Ghríofa zelf), is moeder van drie jongetjes onder de zes, en in verwachting van haar vierde kind. Haar drukke leven is gevuld met huishouden en kinderen en kolven voor de melkbank. Ze maakt lijstjes van al haar bezigheden, dweilen, schrobben, stofzuigen, vuilnis, was, luiers en streept af. Tot haar tevredenheid, ‘Mijn lijstje is zowel mijn kaart als mijn kompas.’ Het gezin moet regelmatig verhuizen vanwege stijgende huurkosten. Daarbij stuit ze op een plaatsnaam, Kilcrea, die een oude liefde oproept: de rouwklacht, Caoineadh Airt Uí Laoghaire, van de achttiende-eeuwse edelvrouw en dichteres Eibhlín Dubh Ní Chonaill, over de dood van haar man. In Kilcrea ligt hij begraven. Als kind is de schrijfster al in de ban van deze dichteres.
Ze besluit het beroemde gedicht te gaan vertalen. Dan volgt een prachtige verstrengeling van haar leven met dat van Eibhlín. Er is weinig over Eibhlín bekend. Intussen wordt haar dochtertje te vroeg geboren met een keizerssnee. Weer thuis volgen drukke dagen en onderbroken nachten, ze is blij met haar lijstjes. Terwijl ze kolft leest ze de vele vertalingen die er van het gedicht zijn en soms als ze moe is ‘nodig ik de stem van een andere vrouw uit om een poos in mijn keel rond te spoken’. Alle ogenblikken die ze over heeft vult ze met Eibhlín en probeert ze het leven van Eibhlín te reconstrueren. Geobsedeerd zoekt ze naar antwoorden en informatie. Je zoekt geboeid met haar mee.
De schrijfstijl van Ní Ghríofa is prachtig. Haar beschrijvingen van wat ze meemaakt, het moederschap, haar gedachtes over het leven van Eibhlin zijn diepgaand.
Achter in het boek staat het volledige gedicht Caoineadh Airt Uí Laoghaire, achtereenvolgens in het Nederlands, Iers en Engels.
Een prachtig, geweldig boek!

Katty

Friends Like These (Dat soort vrienden) – Meg Rosoff

Twee van mijn tips krijgen als aanbeveling op de achterflap dat ze doen denken aan Bonjour Tristesse, de roman waarmee Françoise Sagan op achttienjarige leeftijd debuteerde. Maar Bonjour Tristesse is vooral zichzelf en dat geldt ook voor Friends Like These van Meg Rosoff en Iets wat helpt van Mona Høvring. Gemene deler? Een jonge vrouw en een zinderende zomer. 
In de nieuwe (young adult)roman van Meg Rosoff volgen we de achttienjarige Beth die vanuit 'de provincie' uitgekozen is om een zomer lang stage te lopen bij een prestigieuze krant in New York. Tegen het schimmige decor van de jaren tachtig ontdekt Beth een klein (maar substantieel) deel van hoe het is om jong te zijn en te leven. Een prettige dosis drama gegarandeerd.

Iets wat helpt - Mona Høvring

Ook dramatisch, maar op een andere manier is Iets wat helpt van Mona Høvring. Daarin maken we kennis met Laura die op jonge leeftijd haar moeder verliest en opgroeit met haar norse vissersvader en broer Magnus. Høvring schrijft bijna zonder schroom over ogenschijnlijk intieme gedachten en gewaarwordingen. Over hoe het is om nieuwsgierig te zijn naar andere lichamen, naar liefde, naar seks, terwijl op de achtergrond het verlies van een ouder sluimert. Gelukkig is er de zee, om verkoeling te zoeken en rust te vinden.

In het Droomhuis – Carmen Maria Machado

Minder zonnig is In het Droomhuis van Carmen Maria Machado. Hoewel Machado enigszins hooghartig opent met de stelling in het vacuüm van het queerarchief te willen schrijven, wordt haar roman algauw een boek om niet meer aan de kant te leggen. Op tal van manieren probeert ze een vorm te vinden om het geweld dat ze in haar (queer) relatie ervaart uit te drukken. Om te ontsnappen aan het beeld van 'de goede queer' en de pijnlijke werkelijkheid zo secuur mogelijk op te schrijven. Dat levert een gefragmenteerd beeld op, waarin tegelijkertijd al te goed duidelijk wordt dat het niet eenvoudig is om de relatie 'gewoon' te verbreken.

En verder nog...

Tot slot nog wat losse flodders. Wie op vakantie gaat en ver weg wil blijven van het dramatische verleden, heden of de toekomst, leest Crossroads (Kruispunt) van Jonathan Franzen. Een dik boek om in te verdwijnen terwijl je ondergedompeld wordt in een heerlijk 'mismaakt' domineesgezin. God is overal, maar dat betekent niet dat de verschillende gezinsleden niet hun uiterste best doen aan zijn blik te ontsnappen.
Liever een dun boek met een lange verwerkingstijd? Assembly (Bijeen) van Natasha Brown tot uw order. Brown schrijft over een vrouw die stijgt, stijgt, stijgt op de sociale ladder, maar niet meer ziet hoe ze kan stoppen zonder genadeloos te vallen. Op de voor- en achtergrond steeds de vraag: wanneer ben je écht Brits? Wanneer ben je veilig? 
En voor wie wat over schaamte wil leren, lees De schaamte van Annie Ernaux of, op een hele andere, meer genadeloze (ook voor de lezer) manier, Tekenen van het universum van Emy Koopman. Terwijl de eerste haarfijn een nare jeugdherinnering ontleedt, duikt de ander tot op de bodem (!) in een obsessieve verliefdheid, zonder rem, zonder ogenschijnlijke terughoudendheid, dwars door de schaamte heen.

Jan

De morgenster – Karl Ove Knausgård

Een nieuwe ster aan de hemel, een migrerende kudde krabben, mensen die dood zijn maar toch blijken te leven: vreemde zaakjes in de recente Knausgård. Voordat u denkt dat u een surrealistische roman in handen hebt, wees gerust; de psyche van de gewone mens heeft de hoofdrol in dit boek, en daarmee staan we weer met beide benen op de literatuurgrond. We maken kennis met een tiental personages die allemaal hun eigen sores hebben in hun relaties tot elkaar en tot zichzelf. Ze zijn allemaal eenzaam en dat wordt goed voelbaar door Knausgårds meesterlijke schrijvershand. Zelfs een sigaret opsteken of een boodschap doen in het dorp is een enerverende aangelegenheid. En ja, bij tijd en wijle is het erg spannend.

Miniapolis – Rob van Essen

Ook in Miniapolis gebeuren dingen die niet kunnen, of vooral: die niet waarschijnlijk zijn. De omgang tussen hoofdpersonen Scherpenzeel en Windervanck is zo vreemd, dat je misschien geneigd bent het boek weg te leggen. Niet doen. Laat Rob van Essen maar schuiven met zijn wonderlijke verhaalwendigen en geniet met volle teugen!

De kapperszoon – Gerbrand Bakker

De kleinzoon van kapper Jan zet de kapperszaak (‘Chez Jean’) voort. Hij knipt liever niet dan wel. Hij assisteert zijn moeder met de begeleiding van kinderen met een beperking bij het zwemmen. Hij adoreert zwemkampioen Alexandr Popov met posters op zijn slaapkamerwand. Zijn vader ontbreekt in dit verhaal. Die kwam niet terug van Tenerife waar in 1977 het verschrikkelijke vliegtuigongeluk plaatsvond. Al met al een best dramatisch verhaal met broeierige kantjes, opgediend in Gerbrand Bakkers kenmerkende sobere stijl. De dialogen met weinig woorden zijn veelzeggend.

Atlas van vuurtorens aan het einde van de wereld – José Luis González Macías

Een juweel van een boek. José Luis González Macías beschrijft dertig vuurtorens van over de hele wereld. Stuk voor stuk boeiende korte verhalen met veel isolement en dramatiek door oorlog, storm, ziekte, dood en een kreeftenplaag.
Elk verhaal wordt vergezeld door fraaie illustraties en zeekaarten, allemaal ontworpen door alleskunner González Macías zelf. De vormgeving is tot in de puntjes verzorgd met een prachtig omslag, kwaliteitspapier en mooie letters.

Passagiers/achterblijvers – Thomas Heerma van Voss (korte verhalen)

Literaire hoogstandjes van Thomas Heerma van Voss, waarbij elk verhaal een ongemakkelijk gevoel oproept: lees ik wel wat er staat? Klopt het wat ik lees? Heb ik iets gemist? Van welke kant moet ik dit bekijken? Is het verhaal al begonnen? Heeft de hoofdpersoon het wel door?
Op een subtiele manier ontregelend. Wat mij betreft onverwijld op de shortlist van de komende J.M.A. Biesheuvelprijs.

Neven – Peter Middendorp

Neven Arie en Robert lijken erg op elkaar, want hun ouders zijn broers en zussen. Ze gaan samen in bedenkelijke zaken en dat loopt verkeerd af, juist omdát ze zo veel van elkaar weg hebben. Spannend (familie-)drama, met veel vaart en gevoel op papier gezet door Peter Middendorp.

Vera

In het Droomhuis – Carmen Maria Machado

Voor Carmen is haar relatie met de vrouw in het Droomhuis alomvattend. Ze voelt zich alsof ze het paradijs heeft betreden, maar het paradijs stort ineen als haar vriendin geweld tegen haar begint te gebruiken. Kleineren, slaan, vernederen – volgens Machado gebeurt het heel veel binnen lesbische relaties, maar wordt er zelden over geschreven. Omdat ze de woorden niet kan vinden om haar eigen relatie te beschrijven, schrijft ze ieder hoofdstuk vanuit een ander oogpunt, als een soort stijloefeningen. Dat klinkt misschien ingewikkeld of vermoeiend, maar het werkt. De gewelddadigheid wordt vanuit alle mogelijke hoeken belicht waardoor je het snapt, omdat je er zelf middenin lijkt te zitten. Wat een ontzettend schrijnend verhaal, en zo mooi opgeschreven. ‘Als je dit boek nodig hebt/is het voor jou’ luidt het motto, en neem dat maar gewoon van haar aan!

The Candy House (Het snoephuis) ¬– Jennifer Egan

Ik kan eigenlijk niet eens uitleggen waar The Candy House over gaat; het is vooral heel veel! Je zou het kunnen zien als korte verhalen waarin steeds dezelfde mensen een wisselende rol spelen, met op de achtergrond de ontwikkeling van een technologie waarbij je terug kunt kijken in je eigen geheugen en dat van anderen. Het boek zit geweldig in elkaar; iedere keer word je weer verrast door de intelligentie van Egan. Binnen enkele pagina’s wordt het hele leven van een personage geschetst, en (wat ook wel eens fijn is) hoe het met diegene is afgelopen. Ik wil wel aanraden om eerst Egans eerdere boek A Visit From the Goon Squad (Bezoek van de knokploeg) te (her)lezen, ten eerste omdat het een heel goed boek is, maar ook omdat alle personages terugkomen in The Candy House. Als je het achter elkaar leest vallen alle puzzelstukjes perfect in elkaar!

Detransitie, baby – Torrey Peters

En dan als laatste een boek dat qua vorm veel klassieker is dan mijn andere tips; gewoon een verhaal met drie hoofdpersonen en wat sprongen in de tijd. Maar het onderwerp is allesbehalve klassiek! Ames was vroeger een trans vrouw, maar gaat inmiddels weer door het leven als man. Niet omdat hij spijt heeft gekregen van zijn transitie, maar omdat het leven als trans vrouw te zwaar was. Door de vrouwelijke hormonen die hij heeft gekregen tijdens zijn transitie dacht hij onvruchtbaar te zijn, totdat zijn baas Katrina zwanger blijkt… Ames ziet zichzelf niet als vader, vooral door de mannelijke rol die hij dan zou moeten aannemen. Zijn ex-vriendin Reese wil daarentegen heel graag moeder worden, maar doordat zijzelf trans vrouw is, lijkt dat voor haar vrijwel onmogelijk. Ames vat het plan op om gedrieën het kind groot te brengen. Het boek zet je ontzettend aan het denken. Waarom wil iemand moeder worden, en waarom wordt dat bevraagd bij een trans vrouw, maar bij een cis vrouw niet? Het is een heel mooi boek waarbij je Reese, Ames en Katrina echt in je hart gaat sluiten. Alle genderstereotypen komen in de personages naar voren, worden bevraagd, belachelijk gemaakt of simpelweg bevestigd. En dan is het ook nog een ontzettend lekker doorleesboek met heel veel humor! 

Igor

Veranderen: methode – Édouard Louis

Édouard Louis wordt soms een wonderkind genoemd. Dat is begrijpelijk als je op je negentwintigste al vijf boeken hebt gepubliceerd, boeken die in Frankrijk (en in Nederland) ook op succes kunnen rekenen. Het wonderlijke zit niet in de manier waarop Louis schrijft. Zijn stijl is direct en leest daardoor eenvoudig. Het gaat in zijn werk om de inhoud van het boek, om het verhaal. Dat verhaal is zíjn verhaal – al zijn boeken zijn autobiografisch – en dat is tamelijk uniek. In Veranderen: methode, dat je het beste kunt lezen als een vervolg op Weg met Eddy Bellegueule, volgt de lezer de middelbareschool- en studietijd van de schrijver. Louis zit op een toneelschool en wil veranderen. Om iemand te worden, heeft hij door, moet hij zijn manieren, zijn gedrag, zijn taal, zijn kennis, zijn naam en zijn gebit veranderen. Anders is hij kansloos tegenover mensen met een goede afkomst en opvoeding en voor wie alles in het leven vanzelf lijkt te gaan. Louis laat indringend zien hoe zijn veranderingen tot stand kwamen, hoe hij succes kreeg in de literaire wereld en wat hij er voor achterliet. Dit boek laat je daarmee niet alleen nadenken over vooroordelen die je hebt over wat ‘normaal’ is en wat niet, maar ook over hoe je als persoon kan veranderen, wat je met die verandering verkrijgt en wat je ermee verliest.

De schaamte – Annie Ernaux

Een andere Franse auteur die ik afgelopen tijd ben gaan lezen, is Annie Ernaux. Begin dit jaar werden er bij De Arbeiderspers drie titels (De schaamte, Meisjesherinneringen en Het voorval) opnieuw uitgegeven. In elk van de drie boeken gaat Ernaux terug naar haar jeugd, tienerjaren en studietijd. Aan de hand van herinneringen, eigen dagboeken en historische bronnen reconstrueert ze een tijd, waarbinnen een ingrijpende verandering (bijvoorbeeld abortus in Het voorval) in haar eigen leven centraal staat. Op een heldere manier beschrijft ze niet alleen de persoonlijke gebeurtenis, maar ook de sociale en historische context, zonder daarbij haar emoties (nu en toen) onbenoemd te laten. Op die manier brengt ze gebeurtenissen die, mede door de tijd, ver weg leken heel dichtbij. Vanwege het thema ‘sociale verandering’ kies ik hier voor De schaamte, maar eigenlijk zou ik willen zeggen: pak iets van Ernaux op. Als het bevalt, is er daarna nog een heel oeuvre om van te genieten.

Buitenleven – Nina Polak

Twee vrouwen verlaten de stad en gaan in een dorpje in het noorden wonen. De verandering van omgeving heeft op beide vrouwen verschillende uitwerkingen en daarmee ook op hun relatie. Ik was onder de indruk van de vorige roman van Polak, Gebrek is een groot woord. Buitenleven is volgens mij lastig met dat boek te vergelijken. De overeenkomsten zitten in een krachtige stijl en een veelheid aan thema’s, die vakkundig in de verhaallijn verweven zijn. Zo lees je op het ene moment over de tegenstelling tussen stad en platteland en gaat het een volgend moment over omgaan met een depressie van een partner. Daarnaast valt er nog genoeg te lachen, in de vaak scherp geschreven dialogen en goed verwoorde gedachten. Polak gaf in een interview in de Volkskrant aan dat ze dit keer eens ‘een lekker boek’ wilde schrijven. Dat is haar goed gelukt.

Het begin van alles – David Graeber & David Wengrow

Verandering is in fictie natuurlijk een prachtig thema, maar wat kan er in onze reële wereld eigenlijk anders? En welke imaginaire horizon hebben we om die verandering tot stand te brengen? Een vrij beperkte en dat komt door ons zeer nauwe beeld van geschiedenis, betogen Graeber en Wengrow in hun fantastische wereldgeschiedenis Het begin van alles. Zij kijken naar de ‘grote’ boeken over wereldgeschiedenis en zien dat die totaal niet meer overeenkomen met de laatste academische ontdekkingen in de archeologie (Wengrow) en antropologie (Graeber). Ze laten zien dat er in het verleden genoeg groepen mensen te vinden zijn die besloten het anders te doen dan de norm was én dat dat een bewuste politieke keuze was. De voorbeelden die worden aangedragen zijn talrijk, boeiend en soms bijna overdadig. Ze willen met deze geschiedschrijving ook de lezer bevrijden van een nauw historisch stramien, waarbinnen weinig ruimte is voor dromen om de samenleving anders in te richten. In het kort: doordat we de geschiedenis te vaak hebben behandeld als een lange, eenduidige weg, is ook de mogelijkheid om na te denken over een andere weg (laat staan inslaan) beperkter. Ik had gewild dat ik dit boek had gelezen voor ik aan mijn studie geschiedenis begon, dan had ik die studie op een totaal andere manier benaderd.

Uitgewoond – Cody Hochstenbach

Waar ook snel verandering nodig is, is op het gebied van volkshuisvesting. Als je iets wilt weten over de problemen, hun oorzaken én mogelijke oplossingen, pak dan Uitgewoond op. Het stemt niet per se vrolijk om te lezen over jarenlang bewust beleid, waardoor we nu met gebakken peren zitten en zonder acceptabele woonruimte voor eenieder. De inzichten die Hochstenbach aanreikt, gaan verder dan de simpele frasen waar menig politicus mee komt. Alleen huizen bijbouwen is niet genoeg, dat is me wel duidelijk geworden door Uitgewoond. Bovendien is het fijn dat het boek een totaalplaatje biedt (en dus begint met het probleem van dakloosheid) en echt een fatsoenlijke woonplek voor íédereen nastreeft. Dit boek biedt bovendien, tegen de huidige politieke realiteit in, toch een beetje hoop.

Marianne


Suriname: het geboorteland van mijn man. We reisden afgelopen maand samen met onze kinderen voor eerst met zijn vieren door het land. De boeken die ik las verdiepten mijn inzicht in de Surinaamse historie en cultuur. Mijn bewondering groeide voor de mensen die vochten en vechten voor een toekomst in Suriname.

De wilde vaart, op zoek naar de veerkracht van Suriname – Tessa Leuwsha

Een magische en persoonlijke reis door het Suriname van vroeger en nu. Tessa Leuwsha verweeft haar persoonlijke verhaal met verhalen van plantagebewoners, die ze tijdens haar boottocht ontmoet. Vergeten helden uit de Surinaamse geschiedenis vormen interessante intermezzo's in het boek. Schrijfster Tessa ontmoet Sirano, tijdens haar vakantie, in Suriname. Tessa die opgegroeid is in Nederland besluit in Suriname te blijven. Samen met Sirano maakt ze boottripjes met toeristen, later zetten ze samen een resort op. Uit idealisme kopen ze de vervallen Plantage Frederiksdorp. De renovatie is een groot en kostbaar project. Na een aantal tegenslagen nemen ze een impulsief besluit om weer te gaan varen, back to basic. Ze maken een lange tocht met een open garnalenboot over de Commewijne en Surinamerivier. Op zoek naar inspiratie, de helende werking van de natuur en de kracht om verder te gaan.
Toeval bestaat niet zeggen ze in Suriname. Tijdens ons verblijf in Paramaribo werd het boek gepresenteerd in Het Nationaal Archief. Tessa en Sirano over wie ik las en met wie ik had meegeleefd ontmoette ik nu in levenden lijve; bijzondere, veerkrachtige en positieve mensen. De wilde vaart is een actueel, inspirerend en leerzaam boek.

Switi Sranan – de rijke Surinaamse keuken – Noni Kooiman

We houden thuis allemaal van lekker eten en mijn man kan heerlijk Surinaams koken. In Suriname hebben we ook genoten van de culinaire rijkdom van de Surinaamse keuken.
Switi Sranan is een aanwinst in onze collectie Surinaamse kookboeken. Het boek ziet er prachtig en kleurrijk uit, net zoals de diverse culturen die Suriname rijk is. Chefkok Noni heeft een bijzonder boek gemaakt met vertellingen, recepten en foto’s. Ze reisde naar Suriname, het land van haar vader, om daar al kokend te leren van de bewoners van Suriname. Klassiekers kregen een eigen versie en ze ontwikkelde spannende nieuwe recepten.
In het voornamelijk Javaanse Domburg werden we rondgeleid door Lilian en haar man Johan. Hij vertelde over zijn nicht uit Nederland die pas bij zijn moeder op bezoek was geweest. Al kokend ontfutselde ze haar authentieke Javaanse recepten. Ze was bezig met het maken van een kookboek over Surinaamse keuken. Vlak voor ik op vakantie ging kocht ik een Surinaams kookboek in op de beurs. Het zal toch niet dat boek zijn? Ja hoor, het is dat boek. Toeval bestaat niet!

Jaguarman – mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden – Raoul de Jong

Raoul de jong is een kind van een Nederlandse moeder en Surinaamse vader. Hij ontmoet zijn vader voor het eerst op zijn achtentwintigste. Hij hoort verhalen over zijn voorouders en met name zijn grootvader die een medicijnman zou zijn geweest, die zichzelf kon transformeren in een jaguar. Hij besluit op zoek te gaan naar het verhaal van zijn voorouders in Suriname. Hij spreekt zijn voorvader toe in dit boek en schrijft met humor en liefde over Suriname en zijn inwoners van nu en toen.

Bodil

The Instant (Stadsnomade) – Amy Liptrot

Liptrot verhuist naar Berlijn, laat daar haar Ierse eilandleven voor achter. Er sijpelt een ‘netwerk van hondenplas’ door de stad, de maan achtervolgt haar en stuurt berichten, technologie blijft zich verweven met natuur. The Instant gaat over het landschap van het off- en online stadse leven, een landschap van eenzaamheid en romantiek.

Pond – Claire-Louise Bennett

In Pond schrijft Bennett over een fruitschaal in het raamkozijn, de draaiknopjes van een fornhuis, windstoten die boombladeren een open raam in blazen. Een hoofdpersoon leeft afgezonderd, wellicht van mensen maar niet van de wereld. Die blijft zich aandienen en aandringen in zijn kleinste details. 
Terwijl ze naast haar vriendje in bed ligt moet ze denken aan de aarde, grond, de aardappelen en bonen in het donker. ‘I’d splay my fingers towards the ceiling and feel such yearning!
 

Kassa 19 – Claire-Louise Bennett

En nu begin ik met datzelfde gevoel, jeukende vingers en such yearning, aan Bennets nieuw vertaalde boek Kassa 19.

Edith

De jacht op het snoekje – Juhani Karila

Als dit geen ideaal zomerboek is, dan weet ik het niet meer. Elina, de heldin van dit verhaal, moet en zal elk jaar de snoek uit het Stakenven vangen, maar dit jaar zit er van alles tegen. Ze wordt gedwarsboomd door een nix. En ze wordt op de hielen gezeten door de excentrieke rechercheur Janatuinen, die op haar beurt weer gestalkt wordt door een dreumel. Oké, het boek laat zich lastig aanprijzen.
De jacht op het snoekje is een wonderlijke, vrolijke, originele roman die je vanaf de eerste pagina inspint en meevoert door Finse mythen, dwars door muggenwolken en zompige poelen, met geweldige personages, een heuse vloek en liefde, altijd toch weer liefde.
Kortom: een heerlijk zomerse roman die de harten van de lezers tot diep in de donkere winter zal verwarmen.

Noordkrompen, zee-engelen en koffieboontjes – Koos Dijksterhuis

Ik blijf nog even in de waterige sferen: Koos Dijksterhuis schreef een geweldig leuk boek over schelpdieren, ter land en vooral ter zee. Dijksterhuis neemt je mee naar stranden en getijdepoelen en vertelt heerlijk over die rare weke wezentjes die de schelpen bevolken, hoe lief en ook hoe gewelddadig ze kunnen zijn (het kan er heftig aan toegaan, daar op die zeebodem!). Niks ‘hoog Sammie, kijk omhoog Sammie’ – lekker naar beneden turen aan die vloedlijn. Voor de landrotten die de voeten liever droog houden zijn er nog hoofdstukken over slakken, met en zonder huis, die mijn bijzondere belangstelling dan weer hebben. Een fijn bladerboek met echt goede weetjes en het is ook zo mooi uitgegeven!

Water pakken - Kirsten van Santen

Na bovenstaande boeken zal het geen verrassing zijn dat ik van water hou, maar toch echt een zwembadzwemmer ben. Onder invloed van Kirsten van Santen probeer ik mijn diepwaterangsten te bezweren en dat lukte al best aardig (al heb ik dit seizoen een terugval). Water pakken is een heerlijk aanstekelijke geschiedenis van het zwemmen in Nederland. Waarom willen we toch altijd het water in? Van Santen neemt nee sleurt je, plons, mee het diepe in. Chloor, zoet, zout, het is haar om het even, als het maar nat is. Water pakken is een zoek- en ontdekkingstocht naar de liefde voor water, de ontsnapping aan het leven die zwemmen biedt, het bezweren van angsten en het vangen van de schim die altijd met haar meezwemt. Prachtig!

Zwemmersgeluk - Kjeld de Ruyter en Jim Jansen

Voor de echte liefhebber is er natuurlijk ook Zwemmersgeluk van Kjeld de Ruyter en buurtgenoot Jim Jansen. Waarom worden we zo gelukkig van zwemmen? Zij gingen op zoek naar een wetenschappelijke verklaring en fluisteren je de beste zwemplekken in.

De zwemmers - Julie Otsuka

Voor de pootjebader is er het betoverende De zwemmers van Julie Otsuka. Otsuka moet wel een zwemmer zijn, anders had ze nooit zo invoelend en precies kunnen schrijven over de mini-maatschappij die zwembad heet. Ze maakt je deelgenoot van de groep zwemmers die elke ochtend hun baantjes trekken in hun favoriete zwembad, diep onder de grond. Als u zwemt, kent u ze wel: de spetteraar, de twee kletsende dames die hun haar droog willen houden en naast elkaar blijven zwemmen, net zo ver dat je er niet tussendoor kan en ook niet omheen, maar je wil en moet en zal er langs. De oude dame die sierlijk door het water glijdt, maar op de kant stijf en stram is, de uitslover in de snelle baan die altijd zijn keerpunt maakt, ook als het niet kan. En dan verschijnt er een barst in de vloer van het zwembad. De barst houdt de gemoederen bezig en luidt het einde van een tijdperk in.
Een van de vaste zwemmers is Alice, die na het sluiten van het zwembad steeds verder wegzakt in haar dementie. De zwemmers is een prachtig, schrijnend maar vooral liefdevol portret van een geleefd leven en een ontluisterend einde.

In liefde – Amy Bloom

Dit is misschien niet direct een boek dat je op een gezellig zomerboekenlijstje verwacht, maar het sluit mooi aan bij de hierboven genoemde Otsuka en het is gewoonweg prachtig en indrukwekkend. 
Als de man van Amy Bloom de diagnose alzheimer krijgt, besluit hij het verval niet af te wachten. Samen gaan ze op zoek naar een manier om waardig te sterven, iets wat in Amerika niet gemakkelijk is. Ze komen uiteindelijk bij Dignitas in Zwitserland, een kliniek die hulp biedt bij zelfdoding. Met bewonderenswaardige kalmte en precisie beschrijft Amy Bloom het hele proces dat haar heel zwaar valt (‘Is het niet te vroeg?’), maar waarvan ze ook weet dat het goed is. Ze laat zien hoe geniepig alzheimer zijn intrede doet, op kousenvoeten, en hoe verwoestend de aandoening is. Brian is en blijft tot het einde toe monter en vastberaden, ook dat vond ik bewonderenswaardig. In liefde is een indringend portret van een grote liefde en een groots afscheid.

Een gelaten leven – Vita Sackville-West

Anders dan de titel wellicht doet vermoeden is Een gelaten leven een boek dat overloopt van de levenslust. Het begint treurig, met het overlijden van Henry Holland, die een weduwe, een hele rits kinderen en een nog langere rits klein- en achterkleinkinderen achterlaat. Direct breken de kinderen (inmiddels zestigers) zich het hoofd: wat doen we met moeder? 
Tot ontsteltenis van de kinderen vertrekt moeder met haar trouwe dienstbode Genoux (een heerlijk personage) naar een huurhuis in Hampstead. De kinderen zijn wel welkom, maar niet te vaak, de kleinkinderen en al helemaal de achterkleinkinderen hoeven niet te komen, veel te druk.
Dit klinkt misschien als veel gedoe om niks, maar dat is dan buiten Sackville-West gerekend. Ze heeft een geweldig verhaal gecomponeerd, over een oude vrouw die haar hele leven geleefd is door anderen en op achtentachtigjarige leeftijd, in het zicht van de haven, besluit haar eigen plan te trekken. Ze heeft het nog zo prettig dat, zo ik al opzag tegen de laatste levensfase, ik helemaal zin kreeg in mijn oude dag. Bovenal is het een aanmoediging om niet tot het allerlaatst te wachten om je leven in eigen hand te nemen. Een goed thema om deze zomer eens op te kauwen.