De profeet Habakuk gaat vliegen - Jos Ossewaarde

Laat je meevoeren door deze boeiende samensmelting van verhaal en beeld, en krijg een dieper begrip van de verhalen die de grondslag vormen van een rijke artistieke traditie. Dit boek ontsluit 18 bijzondere verhalen die hun oorsprong vinden in de Bijbel en in apocriefe geschriften. Ontdek hoe deze vertellingen van generatie op generatie zijn doorgegeven en hoe ze een onuitwisbaar stempel hebben gedrukt op de christelijke kunst. De kracht van deze verhalen schuilt niet alleen in de woorden maar ook in de beelden: van fresco’s in oude catacomben tot gedetailleerde miniaturen in middeleeuwse manuscripten en bijzondere schilderijen uit de 17e eeuw. En verrassend genoeg vervagen de lijnen tussen Bijbelse en apocriefe vertellingen, die elkaar aanvullen en verrijken in een breed scala aan artistieke uitingen. Waarom steekt de kleine Mozes een gloeiend kooltje in zijn mond op een middeleeuwse miniatuur? En wie is die man die een stok breekt bij het huwelijk van Jozef en Maria op het schilderij van Rafaël? En waarom wordt de profeet Habakuk afgebeeld terwijl hij aan zijn haren door een vliegende engel wordt meegevoerd? Zonder de verhalen achter deze afbeeldingen te kennen, zijn ze slechts halve waarheden. Elk hoofdstuk in dit boek is gewijd aan een uniek verhaal en daaraan gerelateerde kunstwerken. Het toont hoe het verhaal zich heeft genesteld in de christelijke kunst en biedt een diepgaande iconografische analyse. Hiermee dient dit boek niet alleen als een kunstzinnige en theologische gids, maar opent het ook nieuwe perspectieven in het rijke tapijt van cultuur en geloof. Een onmisbaar boek voor iedereen die geïnteresseerd is in kunst, theologie en de verhalen die ons vormen. Jos Ossewaarde studeerde theologie en kunstgeschiedenis en is gespecialiseerd in vroeg-christelijke kunst. Hij promoveerde op een onderzoek naar Romeinse christelijke kindersarcofagen uit de 3e en 4e eeuw. Eerder schreef hij het boek Op het tweede gezicht. Bijbelse beelden en hun betekenis (Boekencentrum, 1986).