Frankenstein - Mary Shelley

Frankenstein, een Zwitserse natuurkundige, weet een onbezield voorwerp tot leven te wekken. Uit een verzameling menselijke overblijfselen schept hij een monster dat enorme angst en afschuw teweegbrengt bij ieder die het ziet. Het monster is zich deze verwerping pijnlijk bewust. Als Frankenstein weigert een vrouwelijke metgezel voor hem te maken, begint het monster een gruwelijk spoor van moorden uit te zetten. Uiteindelijk achtervolgt Frankenstein zijn monsterlijke schepping naar de Noordpool met als doel hem te vernietigen. Mary Shelley werd in 1797 geboren. Haar vader was de filosoof William Godwin en haar moeder was Mary Wollstonecraft, schrijfster van Vindication of the Rights of Women (Verdediging van de rechten van de vrouw). Zij stierf 10 dagen na Mary's geboorte. In juli 1814 werd Mary geschaakt door de dichter Percy Shelley en naar Europa meegenomen, begeleid door haar 15-jarige zuster. In december 1816 pleegde Shelley's eerste vrouw zelfmoord en direct daarna traden Mary en Shelley in het huwelijk. In 1822 stierf Shelley op zee en in 1823 keerde Mary terug naar Londen. Mary Shelley schreef nog een aantal romans, maar geen daarvan bereikte ook maar bij benadering de roem van haar eerste grote werk. Mary Shelley stierf in 1851 in Londen.