Eindelijk, begin mei 1945, komt er een einde aan de oorlog in Europa. Verspreid over de verkoolde ruïnes van wat ooit het Derde Rijk was, bevinden zich duizenden Vlamingen, de overlevenden van de 27ste SS-Freiwilligen-Grenadier-Division Langemarck.
Vele Vlaamse oostfrontstrijders gingen mee ten onder in de götterdämmerung van het Derde Rijk. Terwijl het Rijk om hen heen instort, trekken de meesten in de laatste dagen van de oorlog westwaarts, waar ze zich overgeven aan de Amerikaanse en Britse bevrijders. Maar er waren ook veel Vlamingen die tot op het einde toe hoopten dat het tij zou keren en nazi-Duitsland alsnog de Endsieg zou behalen.
Sommigen ondergaan een erger lot, belandden in Sovjet-Russische krijgsgevangenschap en werden getransporteerd naar de goelags in Siberië. In die strafkampen vochten de Oostfronters opnieuw voor vele jaren in een leven vol ontbering, ziekte en dood.
Anderen ontsnapten aan de repressie door te vluchten naar het buitenland: Spanje of Zuid-Amerika. De meesten werden vaak voor vele jaren opgesloten in de Belgische interneringscentra. Het thuisfront werd evenmin gespaard: vele families kenden vele jaren van armoede en sociale uitsluiting.
Jonathan Trigg en Rudi Massart creëerden met Terug van het Oostfront een naadloos vervolg op het succesvolle boek Vlaamse jongens, Duits front aan de hand van nooit eerder vertoond beeldmateriaal en memorabilia.
